3 Stoffen - oefentoets
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
De fase overgang van vast naar vloeibaar heet
A
Smelten
B
Verdampen
C
Stollen
D
Condenseren
Slide 2 - Quiz
De fase overgang van gas naar vloeibaar heet
A
Smelten
B
Verdampen
C
Stollen
D
Condenseren
Slide 3 - Quiz
De fase overgang van vloeibaar naar vast heet
A
Smelten
B
Verdampen
C
Stollen
D
Condenseren
Slide 4 - Quiz
wat zijn de 4 fase overgangen
A
vast, vloeibaar, gas, damp
B
smelten, stollen, verdampen, condenseren
C
Ik zou het echt niet weten
D
smelten, bevriezen verdampen, condenseren
Slide 5 - Quiz
stofeigenschappen van suiker zijn
A
wit en zoet
B
kleur en gewicht
C
geur, kleur en smaak
D
kleur en smaak
Slide 6 - Quiz
Wat bedoelen we met stofeigenschappen
A
Dat vertelt waar een stof van gemaakt is.
B
Eigenschap waar we een stof aan kunnen herkennen.
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Wat is dichtheid?
A
De hoeveelheid stof per 1 gram
B
De hoeveelheid stof die je weegt
C
De hoeveelheid stof per 1 cm3
D
De hoeveelheid stof die je ziet
Slide 11 - Quiz
1 cm³ koper heeft
een dichtheid van
9,8 g/cm³.
een dichtheid van
9,8 g/cm³.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Wat is de dichtheid van een blokje materiaal dat een volume heeft van 25 cm3 en een massa van 125 g
A
25 cm3
B
0,5 g
C
125 g
D
5 g/cm3
