Chapitre 2A

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wat weten we al van unité 2?

Bonjour 1D

Chapitre 2A 

Prends ton livre A 

page soixante-deux et

ton iPad 

Buts (leerdoelen)

-herhaling le verbe avoir (toets dinsdag 10 min)

-Je weet hoe je mannelijke en vrouwelijke woorden kunt herkennen (uitleg 5 min)

-Je kent woorden die te maken hebben met eten en drinken (leren/lezen 10 min)

-Je kunt een gesprek over uit eten begrijpen (luisteren/lezen/maken 25 min)

Le verbe 'avoir' = hebben

Ik heb	J' ai (je ai)
Jij hebt	Tu as
Hij / zij / men heeft	Il / elle / on a
Wij hebben	nous avons
Jullie hebben / u heeft	Vous avez
Zij hebben	Ils / elles ont

Au travail!! 

Open je iPad. we gaan oefenen!

Ik heb

1. J'ai
2. On a
3. il/elle a
4. Tu as

U heeft

1. Nous avons
2. Vous avez
3. Ils ont
4. Elles ont

Zij heeft

1. J'ai
2. On a
3. Elle a
4. Tu as

Wij hebben

1. Nous avons
2. Vous avez
3. Ils ont
4. Elles ont

Jij hebt

1. J'ai
2. On a
3. il/elle a
4. Tu as

Jullie hebben

1. Nous avons
2. Vous avez
3. Ils ont
4. Elles ont

Ferme ton iPad

mannelijke en vrouwelijke woorden herkennen

Le = mannelijk

La = vrouwelijk

L'.... ??? 

Mannelijke en vrouwelijke woorden herkennen

L'hôtel M

L'enfant M/V

L' école V

Faire

Apprendre: vocabulaire A page 90

Écouter A: Quel restaurant

Faire: ensemble 5AB

Faire toi-même: 6, 7AB 

Toets volgende les

-Je leert vocabulaire E + F, G zinnen (N-F en F-N)

- le verbe avoir 

 

Wat vond je van deze les?

1. Huh? Wat? Je maakt me wakker, was ah slapen.
2. Wel aardig...
3. Best wel leuk, ja...
4. SUPERRRRRRRRRleuk