Grammatica: zinsbouw 3

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Zinsbouw

Hoofdzinnen

1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen

Doelen

1)  Je kunt zinsdelen herkennen.

2)  Je kunt 1-2-3-zinnen en 

      3-2-1-zinnen maken.

Doel: je kunt zinsdelen herkennen.

Uitleg zinsdelen

Een hoofdzin bestaat uit zinsdelen. 

Een zinsdeel is één woord of

een groep woorden die bij elkaar horen

Doel: je kunt zinsdelen herkennen.

Uitleg

De persoonsvorm (pv) is een zinsdeel.

Het onderwerp (ond) is ook een zinsdeel.

In een hoofdzin staan de persoonsvorm

en het onderwerp altijd naast elkaar.

In een hoofdzin komt de persoonsvorm

bijna altijd op de tweede plaats.

Doel: Je kunt zinsdelen herkennen.

Uitleg

Het onderwerp = 1

De persoonsvorm = 2

Een ander zinsdeel = 3

Voorbeeld

De leerling	gaat	vandaag	naar school.
1 onderwerp	2 persoonsvorm	3 ander zinsdeel (tijd)	3 ander zinsdeel ( plaats)

Doel: je kunt 1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen maken.

Voorbeelden

De tijd, manier en plaats kunnen ook in een andere volgorde staan.

Maandag	gaat	hij	met de bus	naar huis.
3 az (tijd)	2 pv	1 ond	3 az (manier)	3 az (plaats)

Hij	gaat	maandag	met de bus	naar huis.
1 ond	2 pv	3 az (tijd)	3 az (manier)	3 az (plaats)

Doel: je kunt 1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen maken.

Opdracht

Maak 1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen. 

Sleep de woorden naar de goede plaats.

1 ond

2 pv

3 az

tijd

3 az

plaats

gaat

in augustus

naar een andere school

de leerling

3 az tijd

2 pv

1 ond

3 az

plaats

gaat

in augustus

naar een andere school

de leerling

3 az tijd

2 pv

1 ond

3 az

manier

3 az

plaats

met de bus

de vrienden

naar Spanje

in de vakantie

willen

1 ond

2 pv

3 az tijd

3 az

manier

3 az

plaats

met de trein

de familie

naar Frankrijk

in juli

wil

3 az tijd

2 pv

1 ond

3 az

manier

3 az

plaats

met haar vrienden

zij

naar een restau-rant

vrijdag-avond

gaat

Vragen?

1) Je kunt zinsdelen herkennen.

2) Je kunt 1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen maken.

Heb je nog vragen?

Terugkijken naar de doelen

1) Je kunt zinsdelen herkennen.

2) Je kunt 1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen maken.

Vraag

Wat is de volgorde van een 1-2-3-zin?

Wat is de volgorde in een 3-2-1-zin?

Denk hier in stilte over na (halve minuut).

Bespreek het met de klasgenoot naast je (halve minuut).

Ik kan zinsdelen herkennen.

1. Ik heb nog hulp nodig.
2. Ik kan het goed.

Ik kan een 1-2-3-zin en een 3-2-1-zin maken.

1. Ik heb nog hulp nodig.
2. Ik kan het goed.