HV1 H123 herhalingsles 1 voor aanvang H456

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom!

1. Ga rustig zitten
   
2. iPad gesloten op tafel
3. Wacht rustig tot ik start

Lesdoelen

Ik weet:

- hoe ik het onderwerp van een tekst kan vinden.

- hoe ik  inleiding, slot en hoofdgedachte kan vinden.

- welke 4 manieren van lezen er zijn. 

- hoe ik vragen juist moet beantwoorden.

Ik kan:

- een tekst begrijpend lezen en de vragen erbij maken.

Opdracht 1

Open de tekst 'Niet speciaal uitgezocht' op It's.

Maak de opdracht individueel (thuis) of in tweetallen (op school).

Duur: 10 minuten

De juiste volgorde is:

1e: In de ideale wereld .. 

2e: Zo kun je ... 

3e: Er is dus .. 

4e: Er zijn nog twee ...

5e: Van het ideale beeld ... 

Ik had/ wij hadden dit goed

1. Ja
2. Nee

Hoe heb je de opdracht aangepakt?

Herhaling theorie H1 t/m 3

H1 Onderwerp van een tekst

H2 Inleiding, slot en hoofdgedachte

H3 4 manieren van lezen

H1 Onderwerp van een tekst

Lees de tekst oriënterend:

- Bekijk de titel en tussenkopjes.

- Lees de eerste alinea.

- Bekijk de illustratie.

- Lees anders gedrukte woorden.

Tip: Wat wordt steeds benadrukt/ herhaald in de tekst?

Zo vind je het onderwerp van de tekst

H2 Inleiding

- Eerste deel van de tekst. 

- Onderwerp genoemd. 

- Met een voorbeeld, een (grappig) verhaaltje (anekdote) of een bijzondere situatie. 

- Doel: lezer nieuwsgierig maken.

H2 Slot

- Het laatste deel. 

- Conclusie of korte samenvatting, vooruitblik of haakt aan bij de inleiding.

- Bij nieuwsberichten ontbreekt vaak het slot.

- Bij informatieve teksten, zoals in naslagwerken en op internet, ontbreken inleiding en slot bijna altijd.

H2 Hoofdgedachte

- Zelf formuleren als hij niet in inleiding of slot staat.

- Vertel in één goede Nederlandse zin wat de schrijver wil vertellen over het onderwerp.

H3          Manieren van lezen:

1) Oriënterend lezen (H1)

2) Zoekend lezen (H2)

3) Globaal lezen (H2)

4) Precies lezen (H3)

Oriënterend lezen

Doel: je zoekt het onderwerp van een tekst.

Aanpak: Je bekijkt de titel en tussenkopjes, je leest de eerste alinea, je bekijkt de illustratie, je leest anders gedrukte woorden.

Zoekend lezen

Doel: je zoekt een antwoord op in de tekst

Aanpak: je kijkt de tekst snel door. Je let op tussenkopje, anders gedrukte woorden en tekens (bolletjes, streepjes etc.) 

Die kunnen je helpen het antwoord te vinden. 

Globaal lezen

Doel: Je wilt de deelonderwerpen vaststellen

Aanpak: Lees de eerste en laatste zin van elke alinea. Bepaal steeds waar de alinea over gaat. Soms gaan een aantal alinea's over hetzelfde deelonderwerp, die alinea's kunnen samen eenzelfde tussenkopje krijgen. 

Precies lezen

Doel: Je wilt de hoofdgedachte van de tekst bepalen.

Aanpak: Je leest de hele tekst nauwkeurig van het begin tot het eind.

Antwoord formuleren

- Lees de vraag eerst heel goed.

- Zoek in de tekst naar het antwoord.

- Lees de vraag daarna nog eens en onderstreep het antwoord in de tekst.

- Formuleer daarna in een goede zin je antwoord en noteer het.

Tekst lezen

It's learning: Valentijnsdag

Maak aantekeningen:

Onderstreep: belangrijke zaken

Zet een streep in de kantlijn naast de kernzin.

Aan de slag! 

Maak H3 lezen opdr. 4

> Formuleer je antwoord juist!

> Neem de tijd

Klaar?

Maak je schrijfopdracht verder af.

Ga verder in stilte

Maak H3 lezen opdr. 4

> Formuleer je antwoord juist!

> Neem de tijd

Klaar?

Maak je schrijfopdracht verder af.

Welke 4 manieren van lezen ken je?

Wat wil de schrijver bereiken met zijn inleiding?

Hoe doet de schrijver dat met zijn inleiding? Welke tactieken ken je al?