Werkwoordspelling

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Hij (worden) morgen geopereerd
wordt
wordt

Slide 5 - Sondage

(worden) je neef morgen geopereerd?
wordt
word

Slide 6 - Sondage

Ik (vinden) werkwoordspelling super belangrijk.
vind
vindt

Slide 7 - Sondage

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Hij (meten - VT) de afstand van zijn huis tot aan de school.

Slide 11 - Question ouverte

Wij (planten - VT) deze zomer zonnebloemen.

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Ik heb gisteren (bluffen -VD)
A
gebluft
B
geblufd
C
geblufdt
D
gebluftd

Slide 15 - Quiz

Wij hebben (relaxen - VD) op onze hotelkamer.
A
gerelaxed
B
gerelaxet
C
gerelaxd
D
gerelaxt

Slide 16 - Quiz

Erik zegt tijdens De Slimste Mens altijd: "'t is (gebeuren - VD)."
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Engels werkwoord
in het Nederlands

Slide 19 - Carte mentale