Filtratie (filteren):De nieren filteren bloed in de nierfilters (glomeruli). Hierbij worden afvalstoffen, overtollig water en zouten uit het bloed gehaald en vormen samen de voorurine.
Reabsorptie (terugopname) :
In de nierkanaaltjes (tubuli) halen de nieren nuttige stoffen zoals water, glucose en zouten uit de voorurine terug naar het bloed. Dit zorgt ervoor dat je niet te veel belangrijke stoffen verliest.
Secretie (uitscheiden):
De nieren voegen actief afvalstoffen toe aan de voorurine in de nierkanaaltjes. Dit helpt om het bloed schoon te houden.
Excretie (afvoer):
De nieren voeren de uiteindelijke urine, met afvalstoffen en overtollig vocht, af naar de blaas via de urineleiders. Dit is de laatste stap in het verwijderen van afval uit het lichaam.