H2.4 B1HV Dichtheid (Les 3)

Pak alvast:
  • Je schrift (aantekeningen) + pen 
  • Rekenmachine
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Pak alvast:
  • Je schrift (aantekeningen) + pen 
  • Rekenmachine

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we deze les doen?
  1. Zelfstandig:                                  -Klein testje                     
  2. Klassikaal:                                       -Drijven/zinken/zweven               -Weerballon                                  
  3. Zelfstandig:                                    -Proef 6                                                      

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling H2.3
Herhaling H2.4

Slide 3 - Diapositive

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.
Leerdoelen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen









7,0 g/cm³


 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling
EXTRA
Een kubus heeft een massa van 23 gram en een dichtheid van 7,8 g/cm³. 
Bereken het volume van de kubus
Gegevens


Gevraagd

Berekening





Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
1. Een blokje met afmetingen 2,0 cm x 4,0 cm x 6,0 cm heeft een massa van 163,2 gram. Bereken de dichtheid van het blokje. 
 
2. Een cilinder met een straal (r) van 4,0 cm en een hoogte (h) van 6,0 cm heeft een massa van 2,11 kg. Bereken de dichtheid van de cilinder.

3. Evelien heeft in haar tuin een romeinse munt gevonden. Ze wil graag weten waarvan deze munt is gemaakt. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Kan jij achterhalen van welk materiaal deze munt is gemaakt?

 

STAPPEN:
1. Gegevens
2. Gevraagd
3. Berekening

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
1. Een blokje met afmetingen 2,0 cm x 4,0 cm x 6,0 cm heeft een massa van 163,2 gram. Bereken de dichtheid van het blokje. 









3,4 g/cm³

 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
2. Een cilinder met een straal (r) van 4,0 cm en een hoogte (h) van 6,0 cm heeft een massa van 2,11 kg. Bereken de dichtheid van de cilinder









7,0 g/cm³


 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
3. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Van welk materiaal is de munt gemaakt? 
Gegevens
h = 4 mm = 0,4 cm
straal = 2 cm
massa = 45 g
Gevraagd
dichtheid (p) = ?
Formule:
V = pi * r² * h & p = m / V
Uitwerking
V = pi * r² * h = 3,14 • 2² • 0,4 = 5,0 cm³
p = m / V = 45 / 5,0 = 9,0 g/cm³

 

 


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
3. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Van welk materiaal is de munt gemaakt? 
Gegevens
h = 4 mm
straal = 2 cm
massa = 45 g
Gevraagd
dichtheid (p) = ?
Formule:
V = pi * r² * h & p = m / V
Uitwerking
V = pi * r² * h = 3,14 • 2² • 0,4 = 5,0 cm³
p = m / V = 45 / 5,0 = 9,0 g/cm³

 

 


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
3. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Van welk materiaal is de munt gemaakt? 
Gegevens
h = 4 mm = 0,4 cm
straal = 2 cm
massa = 45 g
Gevraagd
dichtheid (p) = ?
Formule:
V = pi * r² * h & p = m / V
Uitwerking
V = pi * r² * h = 3,14 • 2² • 0,4 = 5,0 cm³
p = m / V = 45 / 5,0 = 9,0 g/cm³

 

 


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
3. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Van welk materiaal is de munt gemaakt? 
Gegevens
h = 4 mm = 0,4 cm
straal = 2 cm
massa = 45 g
Gevraagd
dichtheid (p) = ?
Formule:
V = pi * r² * h & p = m / V
Uitwerking
V = pi * r² * h = 3,14 • 2² • 0,4 = 5,0 cm³
p = m / V = 45 / 5,0 = 9,0 g/cm³

 

 


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
3. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Van welk materiaal is de munt gemaakt? 
Gegevens
h = 4 mm = 0,4 cm
straal = 2 cm
massa = 45 g
Gevraagd
dichtheid (p) = ?
Formule:
V = pi * r² * h & p = m / V
Uitwerking
V = pi * r² * h = 3,14 • 2² • 0,4 = 5,0 cm³
p = m / V = 45 / 5,0 = 9,0 g/cm³

 

 


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.3 Je kunt de dichtheid van een stof bepalen als de massa en het volume gegeven zijn.

Oefenen
3. Ze meet een hoogte van 4 mm en een straal van 2 cm. De munt heeft een massa van 45 gram. Van welk materiaal is de munt gemaakt? 
Gegevens
h = 4 mm = 0,4 cm
straal = 2 cm
massa = 45 g
Gevraagd
dichtheid (p) = ?
Formule:
V = pi * r² * h & p = m / V
Uitwerking
V = pi * r² * h = 3,14 • 2² • 0,4 = 5,0 cm³
p = m / V = 45 / 5,0 = 9,0 g/cm³

 

 


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.4 Je kunt aan de hand van de dichtheid uitleggen waarom een stof zinkt, zweeft of drijft.

Drijven, zweven of zinken

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.4 Je kunt aan de hand van de dichtheid uitleggen waarom een stof zinkt, zweeft of drijft.

Drijven, zweven of zinken
  • Drijven: dichtheid kleiner dan water
  • Zinken: dichtheid groter dan water
  • Drijven: dichtheid gelijk aan water

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.5 Je kunt aan de hand van dichtheid van stoffen uitleggen waarom een gas opstijgt (EXTRA)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.5 Je kunt aan de hand van dichtheid van stoffen uitleggen waarom een gas opstijgt (EXTRA)

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.5 Je kunt aan de hand van dichtheid van stoffen uitleggen waarom een gas opstijgt (EXTRA)
EXTRA weerballon
  • Waarom stijgt een weerballon op?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4.5 Je kunt aan de hand van dichtheid van stoffen uitleggen waarom een gas opstijgt (EXTRA)
Weerballon
  • Waarom stijgt een weerballon op?
  • Dichtheid Helium (ρ = 0,000 178 g/cm3). 
  • Een ballon stijgt op als de dichtheid ervan kleiner is dan die van lucht: (ρ = 0,001 293 g/cm3).

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

...
Tekst

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

...
Tekst

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.

Slide 26 - Diapositive

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.

Slide 27 - Diapositive

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.

Slide 28 - Diapositive

Demo 7
Doel: demonstreren hoe geluidstrillingen onderzocht kunnen worden met behulp van een oscilloscoop.
Nodig: oscilloscoop, toongenerator, luidspreker, microfoon, stemvork op klankkast, hamertje, (diverse muziekinstrumenten).
Uitvoering:
– Sluit de toongenerator aan op de oscilloscoop. Stel de toongenerator in op 1 Hz. Stel de tijdbasis van de oscilloscoop in op 0,5 s/div. Op het scherm is dan duidelijk een trillend punt te zien.
– Leg uit dat de uitwijking van het punt bepaald wordt door de grootte van de spanning die de toongenerator levert. Doordat de spanning steeds verandert, beweegt het punt steeds op en neer.
Aan de slag!
  1. Zelfstandig:                                 -Klein testje 
  2. Klassikaal:                                       -Drijven/zinken/zweven               -Weerballon                                 
  3. Zelfstandig:                                   -Practicum                                    -Leren: test jezelf of samenvatting                                                      

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions