2.4 + 2.5

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2.4 + 2.5
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2.4 + 2.5
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 68

Slide 2 - Diapositive

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- kun je de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp benoemen. 
- kun je het bouwplan van een zin herkennen en maken. 

Slide 3 - Diapositive

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 7 (-4) op blz. 68 t/m 71.
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Diapositive

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Diapositive

Noteer het onderwerp:
Mike rent naar de supermarkt.

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm in de zin:
Wij speelden na schooltijd een game.

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm in de zin:
De fietsen staan in de stalling.

Slide 8 - Question ouverte

Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 1 t/m 7 (-5) op blz. 68 t/m 71.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Diapositive

4. Instructie
Een werkwoord kan verschillende vormen hebben, bijvoorbeeld de persoonsvorm (pv).

De persoonsvorm is de vorm van het werkwoord die je in de tegenwoordige tijd en in de verleden tijd kunt schrijven.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 1 t/m 7 (-5) op 
blz. 68 t/m 71.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 1 zin 2 + 3, opdracht 3.

Slide 12 - Diapositive

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig:
V: les 2.4/2.5, blz. 68 t/m 71, opdr. 1 t/m 7 (-4) --> Niemand
B: les 2.4/2.5, blz. 68 t/m 71, opdr. 1 t/m 7 (-5) --> namen lln
I: les 2.4/2.5, blz. 68 t/m 71, opdr. 1 t/m 7 (-5) --> namen lln 

Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 
timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

7. Evaluatie
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 14 - Diapositive

Het regent de hele dag.
Wat is de persoonvorm?
A
dag
B
regent
C
het
D
hele

Slide 15 - Quiz

Pas de tijdproef toe:
De Nederlands les is leuk.

Slide 16 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm:
Alle leerlingen zaten in het lokaal.

Slide 17 - Question ouverte

Ik kan de persoonsvorm in een gegeven zin vinden.
010

Slide 18 - Sondage

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk
...dag .. maand
2.4/2.5 opdracht 1 t/m 7

Toetsen: 
...
geen

Slide 19 - Diapositive

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 20 - Diapositive