thema 3.3. Plein 16

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Wat zeg je als je ergens spijt van hebt?

1. Oei, grapje!
2. Kom, vertel
3. Excuus!
4. Doei!

Met welk woord kun je geen 'tijd' uitdrukken?

1. een hele tijd
2. dik
3. een poos
4. lang

Wat is het meervoud van 'de afspraak'?

1. de afsprakken
2. de afspraaken
3. de afspraaks
4. de afspraken

Wat is het meervoud van 'de grap"?

1. de grappen
2. de grapen
3. de graappen
4. de graps

Vul de goede vorm in:
Jij ................ (spreken) met Jan af.

1. spreek
2. spreekdt
3. sprekt
4. spreekt

Vul de goede vorm in:
Ik ............ (bellen) vaak met mijn tante.

1. bel
2. beel
3. belt
4. beld

Vul de goede vorm in:
Jij ............. (telefoneren) veel te lang.

1. telefoneer
2. telefonert
3. telefoneert
4. telefonneert

Vul de goede vorm in:
Jij ................ (meegaan).

1. meegaat
2. meega
3. gaat mee
4. ga mee

Vul de goede vorm in:
Jij ......... (sturen) een bericht.

1. stuurt
2. stuur
3. stuurdt
4. sturt

Vul de goede vorm in:
Ik ........... (vertellen) een verhaal.

1. verteel
2. vertell
3. vertelt
4. vertel

Vul de goede vorm in:
Ik ................ (wachten op) de trein.

1. opwacht
2. wach op
3. wacht op
4. opwach

Welk woord staat hier:
RPAAFASK

1. paragraaf
2. paardekar
3. afspraak
4. afspraken

Welk woord staat hier:
DIJWRSTED

1. wedstrijd
2. werelden
3. wedijvert
4. strijden

Wat is het meervoud van: de plek

1. de pleken
2. de plekken
3. de pleks
4. de plekks

Wat is het meervoud van 'de gedachte"?

1. De gedachten
2. De gedachtens
3. De gedachtte
4. De gedachtes

Vul de goede vorm in:
Ik ................. (achterlaten) een briefje .......... voor mijn zus.

1. laat.... achter
2. achterlaat
3. la achter
4. laat

Vul de goede vorm in:
Jij .............. (krijgen) een briefje van € 50,--

1. krijg
2. krijgd
3. krijgt
4. krijget

Vul de goede vorm in:
Ik .............. (lezen) het boek in een keer uit.

1. les
2. lez
3. lees
4. leez

Vul de goede vorm in:
Mijn vriend ............... (hebben) een nieuwe fiets.

1. hebt
2. hebben
3. heft
4. heeft

Vul de goede vorm in:
Jij en ik ............ (zijn) vandaag vrij van school.

1. bent
2. is
3. ben
4. zijn