TL-3: 3.3 Energierijke stoffen (1+2, blooket)

3.3 - Energierijke stoffen
Herhaling
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3.3 - Energierijke stoffen
Herhaling

Slide 1 - Diapositive

Programma
Herhaling 3.2: Planten
Theorie en opdrachten 3.3: Energierijke stoffen
Blooket  


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat vindt er in zijn cellen plaats?

Slide 5 - Diapositive

Verbranding

Slide 6 - Diapositive

Wat vervoeren de houtvaten?
A
water en mineralen
B
water en glucose
C
water en zuurstof
D
water

Slide 7 - Quiz

Noem de 4 organen van een plant

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de stroomrichting van de houtvaten?
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Naar het blad
D
Van het blad af

Slide 9 - Quiz

Je ziet hier de punten van een wortel met wortelharen. Wat is een taak van de wortelharen?
A
watertransport
B
wateropname
C
voedsel maken
D
groei van de plant

Slide 10 - Quiz

Wat was de functie van een huidmondje?
A
Water opnemen
B
Het maken van voedingsstoffen
C
Zorgen dat een boom groen blijft
D
Het uitwisselen van gassen

Slide 11 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen wat de plant met glucose en zuurstof doet
  • Je weet wat gaswisseling is
  • Je kan benoemen waar en hoe een plant voedingsstoffen bewaart
  • Je kan verschillen tussen verschillende kleuren planten planten op celniveau benoemen
  • Je kan uitleggen wat eetbare delen van planten zijn

Slide 12 - Diapositive

Feitjes over verbranding en fotosynthese
  • Alle levende organismen doen altijd aan verbranding
  • Alleen planten doen aan fotosynthese, zij hebben:
  • Bladgroenkorrels
  • Fotosynthese alleen in delen van plant contact met zonlicht 

Slide 13 - Diapositive

Planten
Mensen 

Slide 14 - Diapositive

Fotosynthese en verbranding

Slide 15 - Diapositive

Hoe maakt een plant glucose?
  • Bladgroenkorrels --> fotosynthese
  • Wanneer :  In het licht vinden fotosynthese (en verbranding) plaats en zonder kou


Slide 16 - Diapositive

Wat heeft een plant nodig voor fotosynthese?

A: Koolstofdioxide
B: Water
C: Helium
D: Zuurstof


Slide 17 - Diapositive

Wat heeft een plant  niet nodig voor fotosynthese?

A: Koolstofdioxide
B: Water
C: Helium
D: Zuurstof


Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Maken (p.159) 3.3: 5, 6 & 8

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

verbruikt

Slide 23 - Diapositive

verbruikt

Slide 24 - Diapositive

Opslag voedingsstoffen
  • Fotosynthese maakt meer glucose dan de plant nodig heeft

Glucose opgeslagen
  1. Eiwitten en cellulose (bouwstoffen) (zaden)
  2. Vitaminen (beschermende stoffen) (hele plant)
  3. Zetmeel, suiker, vetten (brandstoffen) (zaden)

Slide 25 - Diapositive

Waarvoor gebruikt een plant zelf glucose?
A: Eiwitten en cellulose (bouwstoffen) (zaden)
B: Zetmeel, suiker, vetten (brandstoffen) (zaden)
C: Om het zenuwstelsel te onderhouden (brandstoffen) (hele plant)
D: Vitaminen (beschermende stoffen) (hele plant)

Slide 26 - Diapositive

Waarvoor gebruikt een plant geen glucose?
A: Eiwitten en cellulose (bouwstoffen) (zaden)
B: Zetmeel, suiker, vetten (brandstoffen) (zaden)
C: Om het zenuwstelsel te onderhouden (brandstoffen) (hele plant)
D: Vitaminen (beschermende stoffen) (hele plant)

Slide 27 - Diapositive

Welk planten orgaan / product is andijvie?

A: Blad
B: Stengel
C: Wortels
D: Vrucht

Slide 28 - Diapositive

Welk planten orgaan / product is andijvie?

A: Blad
B: Stengel
C: Wortels
D: Vrucht

Slide 29 - Diapositive

Welk planten orgaan / product is Mais

A: Blad
B: Stengel
C: Zaadjes
D: Wortel

Slide 30 - Diapositive

Welk planten orgaan / product is Mais

A: Blad
B: Stengel
C: Zaadjes
D: Wortel

Slide 31 - Diapositive

Welk planten orgaan / product is prei?


A: Blad + stengel (en mini worteltjes)
B: Stengel + wortels + wortelharen
C: Zaadjes + wortels (en mini wortelharen)
D: Wortels en bladeren

Slide 32 - Diapositive

Welk planten orgaan / product is prei?


A: Blad + stengel (en mini worteltjes)
B: Stengel + wortels + wortelharen
C: Zaadjes + wortels (en mini wortelharen)
D: Wortels en bladeren

Slide 33 - Diapositive

Bol (bladeren, verdikt)
Knol (wortel, verdikt)

Slide 34 - Diapositive

Ezelsbruggetje: Bol of Knol?

Bol = Bladeren (zoals de lagen van een ui)

Slide 35 - Diapositive

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
A
mineralen
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 36 - Quiz

Fotosynthese vindt plaats in...
A
de bladgroenkorrels
B
cytoplasma
C
celkern
D
celmembraan

Slide 37 - Quiz

Bij verbranding ontstaat er:
A
koolstofdioxide en glucose
B
glucose en zuurstof
C
koolstofdioxide en zuurstof
D
koolstofdioxide en water

Slide 38 - Quiz

Een plant kan de gemaakte glucose omzetten in...
A
Brandstoffen
B
Bouwstoffen
C
Beschermende stoffen
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 39 - Quiz

Hiernaast zie je een peen. Welk deel van de plant eet je bij het eten van een peen?
A
Stengel
B
Wortel
C
Blad
D
Vrucht

Slide 40 - Quiz

Een peen is een verdikte wortel die reservestoffen bevat.
Hoe komen de reservestoffen in de peen?
A
via bastvaten
B
via houtvaten
C
via haarvaten
D
via wortelharen

Slide 41 - Quiz

Welk onderdeel van de plant eet je als je broccoli eet?
A
Zaad
B
Wortel
C
Bloem
D
Stengel

Slide 42 - Quiz