stoffen scheiden: bezinken-centrifugeren-filt-extraher + blokschema B

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wat gaan we vandaag doen?

• Herhaling scheidingsmethoden
  
• Uitleg blokschema's
• Oefenen Blokschema
  
• Weektaak

De scheidingsmethoden 

Je moet de verschillende soorten kennen. 

Van deze methoden moet je weten waar ze op berusten (te maken hebben).

Weet hoe de scheidingsmethoden werken. 

Met deze scheidingsmethoden moet je een mengsel kunnen scheiden.

Mengsels scheiden

schei-kunde: oorspronkelijk het scheiden van mengsels in zuivere stoffen.

Waar staat de juiste omschrijving

1. A = filter B= filtraat C = residu
2. A = filtraat B = filter C = residu
3. A = filter B = residu C = filtraat
4. A = filtraat B = residu C = filter

Suspensie

Residu

Filtraat

Op welk verschil berust filtreren?

1. Deeltjesgrootte
2. Aanhechtingsvermogen
3. Oplosbaarheid
4. Kookpunt

Bezinken

Bezinken is op basis van...

1. Aanhechtingsvermogen
2. Dichtheid
3. Kookpunt
4. Oplosbaarheid

Centrifugeren

Centrifugeren is een versnelde versie van ...

1. Filtreren
2. Bezinken
3. Indampen

Is dit een scheiding?

Hoe de blaadjes verwijderen?

Op welk verschil berust extraheren?

1. Deeltjesgrootte
2. Aanhechtingsvermogen
3. Oplosbaarheid
4. Kookpunt

Thee zetten:
Welke scheidingsmethoden zijn dit?

1. Indampen-filtreren
2. Droogkoken-extraheren
3. Extraheren-indampen
4. Extraheren-filtreren

Welke stappen moet je zetten om een mengsel van zand en zout

van elkaar te scheiden?

stap 1

stap 2

stap 3

verwarmen

door filter gieten

water toevoegen

Een suspensie kun je scheiden door

1. indampen
2. extraheren/ extractie
3. filtreren
4. destilleren

Filtreren en zeven.
Welk verschil is van belang?

1. Dichtheid
2. Kookpunt
3. Oplosbaarheid
4. Deeltjesgrootte

uitleg blokschema

Waarom een blokschema? 

Een blokschema geeft overzicht over hoe een  proces in zijn werking gaat. 

Blokschema:

blokken: processen 

pijlen : stoffen.  

suiker

1. De pijl in een blokschema geeft de ___________ aan.

2. In de ___________ staat wat er met het product gebeurt.

3. De ___________ schrijf je op als een werkwoord.

4. Je leest een blokschema van ___________ naar ___________ .

5. Aan de richting van de ___________ zie je of een stof wordt toegevoegd of afgevoerd. 

bewerking

links

stofstroom

blokken

onder

fasen

rechts

pijl

stoffen

teken blokschema

Scheid een mengsel van zout en zand. na afloop heb je het vaste zout en het zand apart van elkaar

bedenk een werkplan en geef dit in de vorm van een blokschema

opdracht blokschema

Jolien wil salmiak maken. Hiervoor voegt ze de stoffen zoutzuur en ammonia samen om een oplossing te krijgen. Dit heet een salmiak oplossing. Vervolgens moet ze de oplossing indampen waarbij er waterdamp en salmiak onstaan. Geef dit in de vorm van een blokschema weer.

salmiak voor snoep