De oudere

Hoe verandert een volwassene in een oudere? 
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch handelenSecundair onderwijs

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoe verandert een volwassene in een oudere? 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat leren we in dit thema?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

1. Hoe verloopt de fysieke ontwikkeling van de oudere? 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Men kan de ontwikkelingsfase van bejaarden in twee periodes indelen:​

1. De vroege ouderdom - (grootouders)
Dit zijn jonge ouderen van 65 tot 75 jaar. ​

Men spreekt ook wel eens van jong bejaarden. ​

Zij zijn net met pensioen en hebben dus voldoende financiële middelen. ​

Zij zijn meestal nog gezond en zeer actief, ze gaan bv. nog regelmatig fietsen. ​


Deze bejaarden hebben nog voldoende mogelijkheden om van het leven te kunnen genieten.​










Slide 7 - Diapositive

Men kan de ontwikkelingsfase van bejaarden in twee periodes indelen:​

2. De late ouderdom​
 Dit zijn ouderen van 75 jaar en ouder. Men spreekt hier ook wel eens van hoog bejaarden.​

 Zij zijn meestal minder actief en hebben een minder goede conditie en gezondheid. ​
 Zij zijn vaak afhankelijk en hulpbehoevend.​



Het verouderingsproces in deze fase kan door bepaalde gebeurtenissen plots versneld worden. Hiermee bedoelt men bijvoorbeeld het overlijden van de partner of een ziekte, waardoor de persoon plots zeer sterk achteruit gaat.​











Slide 8 - Diapositive

Fysieke ontwikkeling

1. Lichamelijke ontwikkeling
2. Motorische ontwikkeling 
3. Sensorische ontwikkeling

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Oefening cursus p. 270
 per 2 

Slide 17 - Diapositive

Op een rij p. 271

Slide 18 - Diapositive

Duid de juiste fysieke ontwikkeling aan: Het skelet wordt brozer
A
lichamelijke ontwikkeling
B
motorische ontwikkeling
C
sensorische ontwikkeling

Slide 19 - Quiz

Duid de juiste fysieke ontwikkeling aan: De zintuigelijke waarnemingen gaan achteruit.
A
lichamelijke ontwikkeling
B
motorische ontwikkeling
C
sensorische ontwikkeling

Slide 20 - Quiz

Geef een voorbeeld van problemen in de zintuigelijke waarneming

Slide 21 - Carte mentale

Duid de juiste fysieke ontwikkeling aan: De oudere krimpt
A
lichamelijke ontwikkeling
B
motorische ontwikkeling
C
sensorische ontwikkeling

Slide 22 - Quiz

Duid de juiste fysieke ontwikkeling aan: Het evenwichtsgevoel verminderd
A
lichamelijke ontwikkeling
B
motorische ontwikkeling
C
sensorische ontwikkeling

Slide 23 - Quiz

Duid de juiste fysieke ontwikkeling aan: Handelingen gaan trager
A
lichamelijke ontwikkeling
B
motorische ontwikkeling
C
sensorische ontwikkeling

Slide 24 - Quiz

Oefen p.271-272

Slide 25 - Diapositive

Aan wat denk je bij het zien van de foto op pagina 274?

Slide 26 - Carte mentale

Cognitieve ontwikkeling 

Slide 27 - Diapositive

Cognitieve ontwikkeling 
  • Tijd nodig om informatie te verwerken. ​
  • Het spreken gaat daarom ook langzamer. ​
  • Eigen spreektempo aanpassen en duidelijk articuleren. ​
  • Herhalen kan nooit kwaad, heb geduld! 



Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Wat heb je onthouden uit het filmpje?
Geef minimum 3 zaken

Slide 33 - Question ouverte

Geef 3 tips om de mensen met de ziekte van Alzheimer te helpen

Slide 34 - Question ouverte

Hoe verloopt de cognitieve ontwikkeling?
PERSOONLIJKHEID

  • De meeste ouderen gaan met hun 67ste met pensioen.​
  • Na jaren te hebben gewerkt, breekt er nu een tijd aan van minder of niet meer werken en staat de gepensioneerde oudere voor de opgave nieuwe zingeving te vinden. ​
  • ​Vaak wordt deze gevonden in een nieuwe hobby, vrijwilligers werk of meer tijd besteden aan de kleinkinderen door op te passen.​



Slide 35 - Diapositive

cognitieve ontwikkeling: PERSOONLIJKHEID
  • Kinderen en kleinkinderen kunnen in het leven van de oudere een belangrijke rol spelen. ​De kinderen krijgen gevraagd of ongevraagd bijgestaan met advies, maar ook met praktische hulp. ​



  • Is de oudere nog fit en actief, dan zijn de kleinkinderen een bron van vreugde. Het leven krijgt nieuwe inhoud: de oudere onderneemt vaak allerlei activiteiten met ze. ​







Slide 36 - Diapositive

cognitieve ontwikkeling: PERSOONLIJKHEID
  • Als de oudere hulpbehoevend en afhankelijk wordt, komt er gaandeweg een omkering van de ouder- en kindrollen. ​

  •  De oudere wordt van zijn kinderen afhankelijk. Niet langer is hij voor het kind verantwoordelijk en niet langer is hij degene die steun en praktische hulp geeft.​

  • Beide partijen hebben vaak moeite met deze rolomkering. ​

Slide 37 - Diapositive

cognitieve ontwikkeling: PERSOONLIJKHEID
Alles wat de oudere meemaakt heeft invloed op de identiteit van de oudere.​ De ene oudere wordt negatief of nukkig, terwijl de ander positief in het leven blijft staan.​

De persoonlijkheid van een mens blijft in grote mate stabiel: de karaktereigenschappen van een 80-jarige had diegene ook al op 30-jarige leeftijd. ​Maar iemand wordt oud op de manier waarop hij leeft. ​

De levensloop en de manier waarop hij vroeger problemen heeft opgelost, bepalen de identiteit, niet de lichamelijke klachten waar hij nu last van heeft.​



Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive