Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Pen, potlood & notitieschrift pakken
Slide 1 - Diapositive
Eiwitsynthese
Is de DNA streng hiernaast de coderende of matrijsstreng?
Hoe weet je waar de code van een eiwit in het DNA begint/eindigt?
Slide 2 - Diapositive
Noteer hier de RNA code van het startcodon en het stopcodon
Slide 3 - Question ouverte
Een stuk DNA heeft een matrijsstreng van de volgende code ATGCCAATT. Welke RNA code hoort hierbij? En welke aminozuren? (T2, 3p)
Slide 4 - Question ouverte
Bij sommige insecten is 15% van het genetisch materiaal hoog repetitief. Dat wil zeggen dat een stuk genetische code steeds maar weer terugkeert. Zo komt er in de coderende streng van het genoom een lang stuk voor waarin vele malen de basevolgorde ATAA achter elkaar geplakt is.
Voor maximaal hoeveel verschillende aminozuren codeert dit repetitieve materiaal? Leg je antwoord uit (I, 3p)
Slide 5 - Question ouverte
Translatie
Met behulp van de code op het mRNA bevestigd tRNA de aminozuren
tRNA heeft dus de anticodon ten opzichte van mRNA
U-A G-C
Dit gebeurt allemaal in de ribosomen in een cel
Slide 6 - Diapositive
Wat zou de anticodon van het tRNA zijn bij glutamine en glutaminezuur
Slide 7 - Question ouverte
Doel
Je kunt beredeneren hoe omgeving en DNA samen de vorm en functie van cellen en organismen bepalen door genregulatie
Je kunt uitleggen hoe erfelijk eigenschappen op het DNA liggen.
Slide 8 - Diapositive
typen DNA
structuurgenen: bevatten code voor een eiwit
regulatorgenen: beïnvloed de expressie van andere genen
niet-coderend DNA: bevat geen code voor eiwitten (95%)
Slide 9 - Diapositive
Samengevat
Een gen komt tot expressie op het moment dat de DNA-code van dat gen gebruikt wordt om een eiwit te maken
Ontwikkeling, Cel-differentiatie en cel-activiteit verschillen door expressie van verschillende genen in verschillende celtypen.
Welke genen tot expressie komen wordt bepaald door signalen in of buiten de cel.
Slide 10 - Diapositive
Epigenetica
code gelijk, expressie veranderd door epigenetische factoren
bv blokkering transcriptie door methylering (het koppelen van CH3 aan een nucleotide)
soms erfelijk, meestal niet
Slide 11 - Diapositive
Recessieve allelen coderen voor een eiwit. Dominante allelen coderen voor een eiwit. Hoe kan het dat bij een heterozygote persoon alleen het dominante eiwit gemaakt wordt?
Slide 12 - Question ouverte
Recessief of dominant
Recessieve allelen coderen voor een eiwit Dominante allelen coderen voor een eiwit
Slide 13 - Diapositive
zwanger in hongerwinter
kind hoger risico op overgewicht
Slide 14 - Diapositive
proto-oncogen
tumor-suppressorgen
Slide 15 - Diapositive
Ontstaan van kanker
Een mutatie in het tumor suppressor gen zorgt ervoor bij schade de celcyclus niet stil komt te liggen. De celcyclus kan doorgaan met een beschadigde cel.