Uitleg examen Schrijven

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Algemene informatie
-Examen Schrijven in week 26/27
-Eerder examineren?

Slide 3 - Diapositive

week 6
uitleg examen
week 7
werkwoordspelling 1
week 9
werkwoordspelling 2
week 10
oefenen Schrijven
week 11
werkwoordspelling 3
week 12
geen les i.v.m. afwezigheid Jolien
week 13
Interpunctie

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Welk verband wordt in deze zin gebruikt?
'Je mag deelnemen aan het examen, mits je een voldoende hebt gehaald voor de lessen.'
A
Een voorwaardelijk verband
B
Een tegengesteld verband
C
Een redengevend verband
D
Een ongebruikelijk verband

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Vul de juiste vervoeging in:
'Jack ... (deleten) de e-mail vorige week volledig.'
A
delete
B
delette
C
deletete
D
deletet

Slide 15 - Quiz

Welke zin is juist gespeld?
A
Door het failissement van zijn bedrijf, raakte Jan aan de drank.
B
De cliënt maakt een kunstwerk voor moederdag.
C
Het is niet mogelijk om het product kostenloos te retourneren.
D
Ik heb de vader van Jaro ge-e-maild over de feestactiviteit.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Wat betekent 'leeftijdsadequaat'?

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het synoniem van cognitie?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive