Communicatie telefoongesprekken 25 januari
1 / 15
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Waar moet je voor zorgen bij een uitgaand telefoonesprek?
Slide 3 - Question ouverte
Welke onderdelen van een inkomend telefoongesprek weet jij nog?
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Diapositive
Welke woord wordt voor de 'w' gebruikt?
A
Wendy
B
Willem
C
Wim
D
Walter
Slide 6 - Quiz
Welke woord wordt voor de 'x' gebruikt?
A
Xantippe
B
Xavier
C
X-ray
D
Xander
Slide 7 - Quiz
Welke woord wordt voor de 'd' gebruikt?
A
Dieter
B
David
C
Demi
D
Dirk
Slide 8 - Quiz
Welke woord wordt voor de 'j' gebruikt?
A
Jennifer
B
Jan
C
Jim
D
Jolanda
Slide 9 - Quiz
Welke woord wordt voor de 'c' gebruikt?
A
Carel
B
Cindy
C
Cornelis
D
Cobus
Slide 10 - Quiz
Welke woord wordt voor de 'u' gebruikt?
A
Utrecht
B
Urk
C
Uden
D
Udo
Slide 11 - Quiz
Welke woord wordt voor de 'v' gebruikt?
A
Vanessa
B
Victor
C
Valencia
D
Vrijdag
Slide 12 - Quiz
Welke woord wordt voor de 'f' gebruikt?
A
Fontein
B
Fred
C
Frankrijk
D
Ferdinand
Slide 13 - Quiz
Welke woord wordt voor de 'a' gebruikt?
A
Anna
B
Albert
C
Aafke
D
Arie
Slide 14 - Quiz
Welke woord wordt voor de 'e' gebruikt?
A
Edwin
B
Erik
C
Eduard
D
Eline
