blok 1 : oudheid, grieken en romeinen

prehistorie , welke periode hoort er niet bij ?
A
oude steentijd
B
klassieke periode
C
bronstijd
D
jonge steentijd
1 / 23
suivant
Slide 1: Quiz
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

prehistorie , welke periode hoort er niet bij ?
A
oude steentijd
B
klassieke periode
C
bronstijd
D
jonge steentijd

Slide 1 - Quiz

Prehistorie
Oude steentijd ( tot ca. 6000 v Chr.)
Jonge steentijd ( tot ca. 6000-2000 v Chr.)
Bronstijd (ca 2000-800 v. Chr.)

Slide 2 - Diapositive

De klassieke oudheid
Grieken (Ca. 800 v. Chr. - ca. 150 v. Chr.)
Romeinen (Ca. 753 v. Chr. - 476 n. Chr.)
brons versus marmer

Slide 3 - Diapositive

Wat heeft de betekenis van het merk Nike te maken met de Grieken ?

Slide 4 - Question ouverte

Hellenistische periode 
Nike, Godin van de overwinning.

Slide 5 - Diapositive

Kunst en wetenschap
Grieken grondleggers van:
* politiek
* wiskunde
* sterrenkunde
* filosofie
* theater
Systeem van goden, halfgoden, helden : de Griekse mythologie.

Geloof in goden gaat samen met het  verstand en de wetenschap.
Poseidon, broer van Zeus,
De god van de zee

Slide 6 - Diapositive

Griekse overblijfselen
* geometrische patronen.
* gestileerd.
* symmetrisch.

zwartfigurige vaas
roodfigurige vaas

Slide 7 - Diapositive

Griekse Beeldhouwkunst
stijve & statische houding
frontale beelden
ontwikkeling anatomie
vage/starre glimlach
Archaïsche periode

Slide 8 - Diapositive

klassieke periode 
* contrapost houding
* dynamisch
* aandacht voor anatomie
* ideale verhoudingen
* glimlach verdwijnt, gezichten  weinig uitdrukking.

Slide 9 - Diapositive

Hellenistische periode
* overdreven verfijnd
*theatraal
* ingewikkelde houdingen
* perfectie anatomie
*beeld heeft meerdere aangezichtspunten
* veel beweging

Slide 10 - Diapositive

Kenmerken van de klassieke periode
bij Griekse beeldhouwkunst zijn onder andere :
A
vage glimlach, anatomie in ontwikkeling
B
frontaal beeld, statische houding
C
weinig gezichtsuitdrukking, contrapost houding
D
perfecte anatomie, emoties op het gezicht

Slide 11 - Quiz

Griekse bouwkunst
Tempel dient als onderdak voor het beeld van de god aan wie die gewijd was.
Altaar stond voor de tempel
Dorische tempel

Slide 12 - Diapositive

bouwordes
Dorisch
Ionisch
Corintisch

Slide 13 - Diapositive

theater 
* tegen een heuvel gebouwd
* tragedies en komedies
Epidaurus 
* 14000 toeschouwers

Slide 14 - Diapositive

ionische tempel kan je herkennen aan de volgende kenmerken
A
voluut kapiteel
B
versierd timpaan
C
dikkere zuil
D
architraaf

Slide 15 - Quiz

Romeinen Ca. 753 v. Chr. - 476 n. Chr.
Het Romeinse rijk

Slide 16 - Diapositive

Romeinse schilderkunst
Villa Boscoreale
Pompei
Mythologie
landschappen
stillevens
gebouwen
trompe-l'oeil 
Misleiding van het oog

Slide 17 - Diapositive

Romeinse beeldhouwkunst
Triomfboog
Boog van Constantijn 315 n. CHr.
Rome
Portret standbeelden
portret bustes
stofuitdrukking
Propaganda
Geïdealiseerd

Slide 18 - Diapositive

Romeinse bouwkunst
Beton en baksteen
cassette plafond

Slide 19 - Diapositive

Wat bedoelen we met een Trompe- l'oeil ?

Slide 20 - Question ouverte

voor de volgende les: Anchichtkaart 
Zoek een afbeelding die volgens jou kenmerkend is voor deze periode, Grieken /Romeinen . Maak hiervan een anchichtkaart (2x) (A5 formaat)
Schrijf achterop de 5 meest kenmerkende begrippen voor deze periode.

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk opdracht: Zoek een afbeelding, kunstwerk, uit de tijd vanaf 1850, die past bij jouw anchichtkaart uit de tijd van de Grieken /Romeinen : Maak nu hier een nieuwe kaart van.
zet op de achterkant de overeenkomsten en de verschillende kenmerken.

Slide 22 - Diapositive

Voor de volgende les: 
maak de vragen in je werkboek,
Grieken en Romeinen

Slide 23 - Diapositive