herhaling hfst 2

herhaling hfst 2
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

herhaling hfst 2

Slide 1 - Diapositive

Bereken het quotiënt van 25 en 5

Slide 2 - Question ouverte

Bereken het product van 40 en 2

Slide 3 - Question ouverte

Bereken het verschil van 30 en 6

Slide 4 - Question ouverte

Bereken de som van 42 en 7

Slide 5 - Question ouverte

Hoe noemen we de getallen bij de bewerking van een som?
A
factoren
B
termen

Slide 6 - Quiz

Wat is het verschil van 18 en 12.
A
30
B
6
C
1,5
D
216

Slide 7 - Quiz

Hoe noemen we de getallen bij een bewerking van een product?
A
factoren
B
termen

Slide 8 - Quiz

Wat is de som van 19 en 0?
A
19
B
0
C
1
D
20

Slide 9 - Quiz

Bij de rekenvolgorde gebruik je als eerst:
A
+ en -
B
keer en delen door
C
Haakjes
D
machten en wortels

Slide 10 - Quiz

9. Rekenvolgorde:
Welke opmerking is juist bij de volgende som?

4 x (5 -2) : 3
A
Je begint met de vermenigvuldiging
B
Je mag alles tegelijk doen
C
Je begint met de haakjes
D
Je begint rechts te rekenen

Slide 11 - Quiz

Reken uit:

72+141=
A
Kan niet
B
3/21
C
5/14
D
7/7

Slide 12 - Quiz

Breuken vermenigvuldigen
15243=
A
1201
B
103
C
2203
D
97

Slide 13 - Quiz

4+-3=
A
7
B
1

Slide 14 - Quiz

-1+-3=
A
4
B
-4
C
2
D
-2

Slide 15 - Quiz


51+103=
A
102
B
21
C
101
D
105

Slide 16 - Quiz

-2x6=
A
12
B
-12

Slide 17 - Quiz


4165=
A
245
B
245

Slide 18 - Quiz

-2x-6=
A
12
B
-12

Slide 19 - Quiz

-6:2=
A
3
B
-3

Slide 20 - Quiz

6:-2=
A
3
B
-3

Slide 21 - Quiz


28+2=
A
3
B
-3
C
5
D
-5

Slide 22 - Quiz

Paragraaf 2.1 Bewerkingen
rekenvolgorde
( )
+
-

Slide 23 - Question de remorquage

Sorteer de getallen
Priemgetallen
Geen priemgetallen
8
15
7
5
14
4
9
19
11
13
3
2
17
6
18
21

Slide 24 - Question de remorquage

De ggd en het kgv van 56 en 72
is...
A
ggd: 6 en kgv: 288
B
ggd: 12 en kgv: 672
C
ggd: 8 en kgv: 504
D
ggd: 9 en kgv: 408

Slide 25 - Quiz

verschil
som
quotiënt
product
10 + 2 =
10 - 2 =
10 x 2 =
10 : 2 = 

Slide 26 - Question de remorquage

15 - -3 = 18
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

(-5 + 2) x 3 =
A
9
B
-1
C
1
D
-9

Slide 28 - Quiz

5 x (-8 - -13) =
A
25
B
-27
C
-105
D
105

Slide 29 - Quiz

( 13 - 8) x (-2 --10) = -40
A
-60
B
-40
C
40
D
60

Slide 30 - Quiz

Breuken optellen

A
4/10
B
4/8
C
5/8
D
7/8

Slide 31 - Quiz

Breuken vermenigvuldigen

A
3/8
B
2/15
C
1/15
D
5/6

Slide 32 - Quiz

Breuken optellen:

61+91=
A
2/15
B
5/18
C
1/8
D
2/6

Slide 33 - Quiz