27-10 Herhaling H2

Herhaling H2

Les 27 oktober 2020

1 / 49

Slide 1: Diapositive

WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

La durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling H2

Les 27 oktober 2020

Slide 1 - Diapositive

1. Herhalen 2.1 t/m 2.5

Slide 2 - Diapositive

Herhalen H2

Slide 3 - Diapositive

Overzicht theorie:

2.1 Bewerkingen

2.2 Kgv en ggd

2.3 Breuken

2.4 Negatieve getallen

2.5 Woordformules

Slide 4 - Diapositive

2.1 Bewerkingen

- Soorten bewerkingen (som, verschil, product en quotiënt)

- Rekenvolgorde

Slide 5 - Diapositive

Wat is het product van
de factoren 3 en 5?

timer

0:30

3 • 5 = 15

3 - 5 = - 2

3 × 5 = 15

3 : 5 = 3/5

Slide 6 - Quiz

Sleep de woorden naar de bijbehorende berekening

8 + 1 = 19

12 - 7 = 5

2 × 4 = 8

24 : 3 = 8

Som

Verschil

Product

Quotiënt

Slide 7 - Question de remorquage

§ 2.1 Bewerkingen

+ Som - Verschil × Product

: Quotiënt

Slide 8 - Diapositive

Benoem de rekenvolgorde

Slide 9 - Question ouverte

Rekenvolgorde

Slide 10 - Diapositive

24 + ( 7 - 2 ) • 5 =

Slide 11 - Diapositive

2.2 Kgv en ggd

- Priemgetallen

- Priemfactoren

- Het kgv

- De ggd

Slide 12 - Diapositive

Schrijf 75 in priemfactoren.

Slide 13 - Question ouverte

Ontbinden in priemfactoren

Je kan een getal ontbinden in priemgetallen, je deelt dan steeds door het kleinst mogelijke priemgetal

24 = 2 x 2 x 2 x 3

124 = 2 x 2 x 31

Slide 14 - Diapositive

Wat is het KGV van 11 en 4
KGV(4,11)=

Slide 15 - Question ouverte

KGV

Kleinste Gemeenschappelijke Veelvoud

Het kleinste getal dat door beide getallen deelbaar is.

Slide 16 - Diapositive

KGV

KGV (3,4) betekent:

wat is het kleinste getal dat je door 3 en 4 kan delen

Uitwerking:

Tafel van 3: 3, 6, 9, 12, 15, 18

Tafel van 4: 4, 8, 12, 16, 20

12 is het kleinste getal dat in beide tafels voorkomt dus KGV(3,4)=12

Slide 17 - Diapositive

Wat is de GGD van 48 en 60?
GGD(48,60)=

Slide 18 - Question ouverte

GGD

Grootste Gemeenschappelijke Deler

Het grootste getal dat je door beide getallen kan delen

Slide 19 - Diapositive

GGD

GGD (18,24):

het grootste getal waardoor je 18 en 24 kan delen

Uitwerking

Delers van 18: 2, 3, 6 en 9

Delers van 24: 2, 3, 4, 6, 8 en 12

6 is het grootste getal waardoor je 18 en 24 kan delen dus GGD(18,24) = 6

Slide 20 - Diapositive

2.3 Breuken

- Vereenvoudigen

- Optellen

- Vermenigvuldigen

Slide 21 - Diapositive

Breuken

teller

noemer

Slide 22 - Diapositive

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​}

: 2

Slide 23 - Diapositive

Breuken vereenvoudigen

Slide 24 - Diapositive

Vereenvoudig de breuk

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 4 ​}

Slide 25 - Quiz

Vereenvoudig de breuk.
Maak in je antwoord gebruik
van / als deelstreep

\frac{​ 4 0 ​ ​}{​ 6 5 ​}

Slide 26 - Question ouverte

Breuken vereenvoudigen

Slide 27 - Diapositive

Zet de helen terug in de breuk:

2 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​}

timer

0:45

Slide 28 - Question ouverte

Vereenvoudig de breuk, haal indien nodig hele eruit:

\frac{​ 3 7 ​ ​}{​ 7 ​}

5

5 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 7 ​}

4 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 7 ​}

Slide 29 - Quiz

Breuken optellen

De noemers moeten gelijk zijn!

Dan tel je de tellers op

teller

noemer

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

+ = =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​}

Slide 30 - Diapositive

De noemers moeten gelijk zijn!

Dan tel je de tellers bij elkaar op

Gelijknamig maken

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

+ =

Slide 31 - Diapositive

Optellen en aftrekken van breuken

Breng de helen binnen de breuken
Maak de breuken gelijknamig
Neem de tellers samen, de noemer blijft gelijk
Vereenvoudig de uitkomst en haal de helen eruit

Slide 32 - Diapositive

Bereken

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 9 ​} + \frac{​ 1 3 ​ ​}{​ 9 ​} =

\frac{​ 1 8 ​ ​}{​ 9 ​}

\frac{​ 1 8 ​ ​}{​ 1 8 ​}

2

1

Slide 33 - Quiz

Bereken

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} - \frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 ​}

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 3 0 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ - 1 ​}

-1

Slide 34 - Quiz

Vermenigvuldigen van breuken

Breng de helen binnen de breuken
Vermenigvuldig teller met teller en noemer met noemer
Vereenvoudig de uitkomst en haal de helen eruit

Slide 35 - Diapositive

Bereken

x

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 7 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 2 8 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 4 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 1 ​}

Slide 36 - Quiz

Bereken van 200

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​}

100

Slide 37 - Quiz

2.4 Negatieve getallen

- <, > en =

- Negatieve getallen optellen

- Negatieve getallen aftrekken

- Tegengestelde getal

Slide 38 - Diapositive

Bereken
-4 - 9 =

-5

-13

Slide 39 - Quiz

Bereken
57 - 62

-5

119

-119

Slide 40 - Quiz

Bereken
-21 +- 21

Slide 41 - Question ouverte

Bereken
-15 - (4 - 16)

Slide 42 - Question ouverte

Bereken
-25 + (6 + - 18)

Slide 43 - Question ouverte

2.5 Woordformules

Slide 44 - Diapositive

Welk getal is het stijggetal?
Kosten in € = 15 + 3,50 x aantal tijdschriften

Slide 45 - Question ouverte

Kosten in € = 4,50 + 8 x aantal kaarten
Hoeveel moet je betalen als je 4 kaarten koopt?
Schrijf ook de berekening op.

Slide 46 - Question ouverte

Hoeveel verdien je als je 12 uur werkt? (met berekening)
Inkomsten in € = 15+ 5 x aantal uren

Slide 47 - Question ouverte

Zelfstandig aan het werk

Slide 48 - Diapositive

Aan de slag!

Wat?

Opgaven volgens periodeplan

Hoe?

Individueel of in tweetallen

Hulp?

- Theorie in boek

- Buurman/buurvrouw

- Docent

Slide 49 - Diapositive