quantifiers both, each, every, all and none

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Welcome

Both

Each

Every

All

None

Iedere

geen/ niet één

Beide/ allebei

Elke

Alle/ Allemaal

Both

Each

Every

All

None

Iedere

geen/ niet één

Beide/ allebei

Elke

Alle/ Allemaal

BOTH

• Both betekent beide / allebei. 
  
• Je gebruikt both bij twee personen, dieren of dingen.
  
• Bij both staat het zelfstandig naamwoord in het meervoud.
  

Both burglars were taken to the police station.

Emma feeds both cats at the same time.

EACH

• Each betekent elke. 
  
• Je gebruikt each bij twee of meer pers., dieren of dingen.
  
• Bij each staat het zelfstandig naamwoord in het enkelvoud.
  

She wore bracelets on each arm.

The trainer gave each dog a treat.

ALL / EVERY / NONE

• All / every / none gebruik je bij 3 of meer personen, dieren of dingen.
• All betekent alle / allemaal. 
  
• Every betekent iedere.
• None betekent geen / niet één.

EACH vs EVERY

• Each  gebruik je om nadruk te leggen op individuele dingen.
• Every gebruik je om nadruk te leggen op het geheel. 

Each of the students received a prize. 

The detective knows every criminal in town. 

QUIZ TIME!

I have two cats. ____ enjoy going outside.

1. both
2. none
3. all
4. every

Sorry, but it is ____ of your business.

1. both
2. every
3. each
4. none

She sings ____ song with passion.

1. none
2. each
3. both
4. all

Robert knows ____ of the words for the test.

1. every
2. none
3. either
4. neither

Sarah wakes up at 7 o’clock ______ day.

1. both
2. every
3. each
4. none

I burnt _______ my hands when I took the chicken out of the oven.

1. none
2. each
3. both
4. all

______ of our cookies is individually wrapped.

1. both
2. every
3. each
4. all

Exercise 2

Open vragen

Kies uit: both / each / all / every / none

Je hoeft NIET de hele zin op te schrijven.

She has played ____ of her new games yet.

Jane and Tim ____ love dancing.

The couple is quite hungry, so they ____ order a snack.

____ of the shoes they sell here fit me.

Did they eat ____ of the cakes.

Well done!

Rules of usage – waar moet je op letten

Om hoeveel personen/dieren/dingen gaat het? (zelfstandignaamwoord/noun)

Staat de zelfstandignaamwoord in de zin in enkelvoud of meervoud?