6-5 Energie

6-5 Energie (blz. 97) 
SPOORBOEKJE
5 min - Lesdoelen
10 min - HW nabespreken
15 min - Uitleg -Energie
20 min - Practicum: 
   blz. 106 (verslag)
30 min practicum


Wat heb je nodig? Pen, potlood, schrift, werkboek B, telefoon.
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

6-5 Energie (blz. 97) 
SPOORBOEKJE
5 min - Lesdoelen
10 min - HW nabespreken
15 min - Uitleg -Energie
20 min - Practicum: 
   blz. 106 (verslag)
30 min practicum


Wat heb je nodig? Pen, potlood, schrift, werkboek B, telefoon.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Lesdoel:
- Ik kan berekenen hoeveel energie een elektrisch apparaat verbruikt.
- Ik kan de energiekosten berekenen.
- Ik weet wat het vermogen van een apparaat is.
- Ik kan omrekenen tussen Watt en kilowatt

Slide 14 - Diapositive

Vermogen
- Elektrische apparaten verbruiken energie.
- Niet alle apparaten verbruiken in dezelfde tijd evenveel energie.
- De hoeveelheid energie wat een apparaat verbruik in één seconde noem je het vermogen van dat apparaat.
- De eenheid van vermogen is watt (W)

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

OMREKENEN
1kW = 1000 W

en

1W = 0,001 kW

Slide 17 - Diapositive

Reken om 30 kW naar W
(gebruik een komma waar nodig)

Slide 18 - Question ouverte

Reken om 0,5 kW naar W
(gebruik een komma waar nodig)

Slide 19 - Question ouverte

Reken om 500 W naar kW
(gebruik een komma waar nodig)

Slide 20 - Question ouverte

Reken om 3 W naar kW
(gebruik een komma waar nodig)

Slide 21 - Question ouverte

Energieverbruik
Energieverbruik = vermogen x tijd

De eenheid is in kWh

Slide 22 - Diapositive

voorbeeld 1
Een apparaat heeft een vermogen van 4000 watt en staat 3 uur aan. Hoeveel energie verbruikt dit apparaat?

Slide 23 - Diapositive

Energiekosten
Energiekosten = energiegebruik x prijs van 1 kWh

Slide 24 - Diapositive

voorbeeld 2
Een apparaat heeft een vermogen van 4000 watt en staat 3 uur aan. Hoeveel energie verbruikt dit apparaat? als 1 kWh 23 cent kost, wat zijn dan de totale kosten?

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Zelfstandig werken
Van paragraaf 6.5 maak je opdrachten 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89 en de samenvatting op blz. 103

Slide 29 - Diapositive