Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Rekenen_tijd_kalender
REKENEN
leerdoelen:
Ik beheers de uitspraak en notatie van een kalender
(datum: 23-11-2007).
Ik weet wat een eeuw is.
Ik weet het aantal maanden, weken, dagen in een jaar.
1 / 25
suivant
Slide 1:
Diapositive
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Cette leçon contient
25 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
4 vidéos
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
REKENEN
leerdoelen:
Ik beheers de uitspraak en notatie van een kalender
(datum: 23-11-2007).
Ik weet wat een eeuw is.
Ik weet het aantal maanden, weken, dagen in een jaar.
Slide 1 - Diapositive
INTRODUCTIE
Sta op en ga in een rij staan met je klasgenoten.
Zorg dat diegene die als eerste jarig is in het kalenderjaar links staat en daarna diegene die daarna jarig is volgt, etc.
Slide 2 - Diapositive
DAG - WEEK - MAAND - JAAR
DAG = .... uur
24 uur
WEEK = .... dagen
7 dagen
MAAND = .... dagen .... weken
30 / 31 dagen (soms zelfs 28) 4 weken
JAAR = .... dagen ..... weken .... maanden
365 dagen 52 weken 12 maanden
Slide 3 - Diapositive
DAG
Bestaat uit
24 uur
Elk
uur
bestaat uit
60 minuten
Elke
minuut
bestaat uit
60 seconden
Slide 4 - Diapositive
WEEK
Week bestaat uit
7 dagen
maandag - dinsdag - woensdag - donderdag - vrijdag - zaterdag - zondag
week bestaat uit een
werkweek
en een
weekend.
ma - di - wo - do - vr noemt men een werkweek.
za - zo noemt men het weekend.
Slide 5 - Diapositive
zondag
2
1
3
4
5
6
7
Zet op de goede volgorde.
Zondag staat al op de goede plek.
maandag
zaterdag
woensdag
vrijdag
dinsdag
donderdag
Slide 6 - Question de remorquage
MAAND
12 maanden
per jaar
1 maand heeft
4 weken
1 maand heeft
30 of 31 dagen
behalve februari die heeft
28 dagen
.... of 29 = schrikkelmaand
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
MAANDEN
Januari 01 Juli 07
Februari 02 Augustus 08
Maart 03 September 09
April 04 Oktober 10
Mei 05 November 11
Juni 06 December 12
Slide 9 - Diapositive
NOTITIE VAN MAANDEN
Noteren eerst
dag
dan
maand
dan
jaar
.
15 April 2020 gaan we op excursie.
15 - 04 - 2020 gaan we op excursie.
Noteer je eigen geboorte datum.
Slide 10 - Diapositive
Zet de maanden in de goede volgorde
maand 1
maand 2
maand 3
maand 4
maand 5
maand 6
maand 7
maand 8
maand 9
maand 10
maand 11
maand 12
maart
december
januari
oktober
februari
juni
mei
september
november
april
augustus
juli
Slide 11 - Question de remorquage
JAAR
Elk jaar heeft
12 maanden.
Elk jaar heeft
52 weken
.
Elk jaar heeft
365 dagen
.
Elk jaar heeft
4 seizoenen
.
Soms heeft een jaar een
schrikkeljaar
.
Elke 10 jaar noemt men
decennia
.
Elke 100 jaar noemt men een
eeuw
.
Slide 12 - Diapositive
KWARTAAL
Een jaar bestaat uit 4 kwartalen (kwart = 1/4 deel)
Elk kwartaal bestaat uit 3 maanden.
kwartaal 1 = jan/febr/maart
kwartaal 2 = april/mei/juni
kwartaal 3 = juli/aug/sept
kwartaal 4 = okt/nov/dec
Slide 13 - Diapositive
Wat is een schrikkeljaar
Slide 14 - Carte mentale
SCHRIKKELJAAR
Een dag extra in het jaar (29 februari).
Jaar heeft dan 366 dagen ipv 365 dagen.
Wanneer? Als je het jaar door 4 kan delen
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
SCHOOLJAAR vs KALENDERJAAR
SCHOOLJAAR
augustus / september - juli
KALENDERJAAR
januari - december
Slide 17 - Diapositive
4 november
12 november
24 november
22 november
7 november
maandag
dinsdag
donderdag
vrijdag
zondag
Slide 18 - Question de remorquage
Welke dag is het op 20 mei?
A
maandag
B
dinsdag
C
zaterdag
D
donderdag
Slide 19 - Quiz
Welke dag is het
op 1 0 september?
A
zondag
B
dinsdag
C
zaterdag
D
donderdag
Slide 20 - Quiz
SEIZOENEN
Elk jaar heeft 4 seizoenen
Lente (21 maart - 20 juni)
Zomer (21 juni - 22 september)
Herfst (23 september - 21 december)
Winter (21 december - 20 maart)
Slide 21 - Diapositive
zomer
winter
lente
herfst
Zet op de goede plaats
30 augustus
2 november
16 februari
6 mei
Slide 22 - Question de remorquage
ZOMER- EN WINTERTIJD
Twee keer per jaar verzetten we de tijd.
Een keer in het voorjaar en een keer in het najaar.
Elk jaar een andere datum.
Voor
jaar een uur
voor
uit.
Na
jaar een uur
na
ar achteren (achteruit).
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Vidéo
Slide 25 - Vidéo
Plus de leçons comme celle-ci
Rekenen_tijd_kalender
Décembre 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Rekenen_tijd_kalender
Décembre 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
rekenen gevarieerd
Mars 2021
- Leçon avec
47 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Organisatie les 4 en 5: plannen en kalender
Décembre 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Organisatie les 4 en 5: plannen en kalender
Mars 2024
- Leçon avec
36 diapositives
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Kalender, seizoen, kwartaal, dagdeel
Décembre 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Rekenen
Basisschool
Groep 7
Rekenen blok 7 les 8
Mars 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Rekenen
Basisschool
Groep 6
De tijd
Décembre 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Wereldoriëntatie
Lager onderwijs