H1: Hoeveel verdien je eraan? 1.1 Producten maken (plein M editie 4) Deel 2

Welkom bij €conomie
Hoofdstuk 1: Hoeveel verdien je eraan?

1.1 Producten maken


1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij €conomie
Hoofdstuk 1: Hoeveel verdien je eraan?

1.1 Producten maken


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?


  • Herhalen Deel 1 Theorie 1.1 producten maken
  • Deel 2 Theorie 1.1 producten maken
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalen leerdoelen vorige les
Leerdoelen:

Je kunt nu:

  • uitleggen dat elk bedrijf in een bedrijfskolom waarde toevoegt aan het product √
  • benoemen welke productiefactoren bedrijven gebruiken bij het produceren √

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalen
Wat is een bedrijfskolom?
  • Alle bedrijven die meewerken aan een product vormen samen een bedrijfskolom.

Welke 3 productiefactoren ken je?
  • natuur
  • arbeid
  • kapitaal

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

opdrachten nakijken (huiswerk)
1. In bron 2 zie je een grondstof die uit de natuur is gehaald.
In bron 1  zie je een product dat aan de consument wordt verkocht
2. Alle bedrijven die meewerken aan een product.
3a. katoenplantage - katoenverwerkingsbedrijf-jeansfabriek - groothandel - (web) winkel

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vervolg huiswerk
b. katoenplantage katoenverwerkingsbedrijf
c. Een consument is geen bedrijf / bewerkt het product niet / voegt geen waarde toe.

4 a. productiefactoren
b. arbeid
kapitaal 
natuur

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.1 Producten maken deel 2
Leerdoelen:

Aan het einde van deze les:

  • weet je welk voordeel producenten en consumenten hebben.
  • kun je de jaarlijkse afschrijving op kapitaalgoederen berekenen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vooruitgang
Wat zijn technologische ontwikkelingen?
  • Nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen.

Dankzij technologische ontwikkelingen produceren bedrijven:
  • beter
  • sneller







Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kapitaalgoederen
hulpmiddelen die gebruikt worden om te produceren.
bijvoorbeeld
oven
tractor
naaimachine

Investeren: het kopen van kapitaalgoederen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig aan het werk 
timer
20:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opgave 5 t/m 9 op blz 10 t/m 12. Je mag overleggen. Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 20 minuten de tijd
Klaar? 
Lees de blauwe stukjes nog eens door. 
Daarna help je een klasgenoot.

Slide 10 - Diapositive

Sponsopdracht: 1b en c
Opgave 7 blz 11:

a Wat zijn technologische ontwikkelingen?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 7 blz 11:

b. Kruis de twee juiste zinnen aan
A
Dankzij technologische ontwikkeling kan er meer geproduceerd worden.
B
Technologische ontwikkelingen zijn begonnen in de 20e eeuw.
C
Technologische ontwikkelingen veranderen ons leven voortdurend.
D
Vooral bedrijven profiteren van technologische ontwikkelingen.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 8 blz 11:

Gebruik bron 5.
Waarom vond Konrad Zuse de Z1 uit? Kruis het juiste antwoord aan.
A
Hij was een uitvinder.
B
Hij wilde graag beroemd worden.
C
Hij wilde zijn computer verbeteren.
D
Hij wilde zijn werk makkelijker maken.

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 9 blz 12

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 10 blz 13:

Lees de tekst ‘Steeds minder waard’. Wat is afschrijving?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 11 blz 13:

Bereken hoeveel de oven na twee jaar waard is.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 12 blz 13:

a Bereken de afschrijving per jaar.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 12 blz 13:

b Bereken de waarde van de machine na één jaar.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiten
Leerdoelen:

Je kunt nu:

  • uitleggen dat elk bedrijf in een bedrijfskolom waarde toevoegt aan het product √
  • benoemen welke productiefactoren bedrijven gebruiken bij het produceren √
  • weet je welk voordeel producenten en consumenten hebben.√
  • kun je de jaarlijkse afschrijving op kapitaalgoederen berekenen.√

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions