Les 6 opdrachten diversiteit

Les 6 Opdrachten diversiteit
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les 6 Opdrachten diversiteit

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

De Nederlandse Grondwet 
Nederlandse Grondwet is een Nederlandse wet met de belangrijkste rechten en plichten van de burgers en de bevoegdheden van koning, regering en parlement.

Slide 3 - Diapositive

Begrip: grondrechten
Grondrechten zijn rechten van individuele burgers tegenover de staat en tegenover elkaar.


Slide 4 - Diapositive

De Grondwet begint met een belangrijk recht.
Weet jij wat er in Artikel 1 van de Grondwet staat? Als je het niet weet, zoek het dan op. Schrijf het in eigen woorden op:

Slide 5 - Diapositive

Gelijke behandeling en discriminatie
Artikel 1 in de Grondwet gaat over gelijkheid. Er staan twee dingen in. Ten eerste, dat iedereen in Nederland in gelijke gevallen gelijk behandeld moet worden. En ten tweede dat discriminatie verboden is.
Gelijke behandeling betekent dat je geen onderscheid maakt tussen mensen. Iedereen moet hetzelfde worden behandeld. Het maakt bijvoorbeeld niet uit of je man of vrouw bent, oud of jong, homo of hetero of van wat je afkomst is.

Slide 6 - Diapositive

Vooroordelen en stereotypen
Discriminatie is vaak een gevolg van vooroordelen of stereotypen.
Voorbeelden van vooroordelen zijn: ‘Belgen zijn dom’ of ‘vrouwen kunnen niet autorijden’.
Bij stereotypen gaat het om de manier waarop bepaalde mensen worden gezien. Comedians maken daar ook vaak gebruik van, denk aan Judeska (Jandino Asporaat) en Ushi (Wendy van Dijk).
Mensen die discrimineren, gebruiken vaak stereotypen of vooroordelen om zichzelf te verdedigen. Een voorbeeld: een winkelier laat alleen meisjes binnen in zijn winkel. Dat is discriminatie. Hij verdedigt zich met het vooroordeel: ‘alle puberjongens jatten’.



Slide 7 - Diapositive

Begrippen
  • Discriminatie is het slechter behandelen van een groep of persoon vanwege kenmerken die er niet toe doen, zoals sekse, huidskleur, geaardheid, leeftijd, religie of handicap.
  • Een vooroordeel is een mening over een persoon of groep die niet op feiten is gebaseerd.
  • Een stereotype is een beeld over een groep mensen dat niet klopt met de werkelijkheid: te eenvoudig of juist overdreven.

Slide 8 - Diapositive

Welke vooroordelen heb je?
Beschrijf een situatie waarin iemand een vooroordeel over jou had. Was het alleen een vooroordeel of echt discriminatie?


Slide 9 - Diapositive

Heb je weleens geroepen of gedacht 'dit is discriminatie' terwijl het eigenlijk niet zo was? Beschrijf de situatie.

Slide 10 - Diapositive

Heb je weleens een vooroordeel gehad over iemand, dat je later hebt veranderd?
Beschrijf de situatie.

Slide 11 - Diapositive

Gedachten en vooroordelen
Bekijk op de volgende dia's de foto’s. Probeer bewust te worden van gedachten en vooroordelen die je over bepaalde mensen hebt.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive