1BK T2 - Les 10 - 2.9 - De celkern

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

De celkern

Thema 2 Basisstof 4

Deze les

- Herhaling vorige les

- De celkern

- Chromosomen

- DNA

- Zelfstandig werken

Van organisme terug naar cel

Weefsel= een groep cellen met dezelfde vorm en functie

• een groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie

functie

celwand : stevig laagje om de cel heen.  

celmembraan: dun vlies om het cytoplasma.

cytoplasma: bestaat uit water en opgeloste stoffen. 

celkern: regelt alles wat in de cel gebeurt.

intercellulaire ruimten: ruimte gevuld met lucht of water.

vacuole: blaasje, gevuld met vocht.

bladgroenkorrels : Hier bevindt zich fotosynthese plaats.

celkermenbraan: een dunne vlies om celkern heen.

Plantencel

Tekst

Dierlijke cel

• Een dierlijke cel heeft 3 onderdelen:

1. Celmembraan
2. Cytoplasma
3. Celkern

Plantaardige en dierlijke cellen

1. Bacteriën

2. Schimmels

Celmembraan

Cytoplasma

Chromosomen

Celkern

vacuole

celwand

bladgroenkorrel

mitochondrium

celmembraan

cytoplasma

celkern

plantaardige cel

Dierlijke cel

Organisme

cel

Organenstelsel

orgaan

Wat weet je van de celkern?

Plantaardige en dierlijke cellen

Leerdoelen

• Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen. 
• Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Celkern.

 De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.

In de celkern zitten chromosomen

Chromosomen

Binnen in de cel ligt de celkern. In de celkern liggen de chromosomen. 

Mensen hebben 46 chromosomen. 

Chromosomen

Chromosomen

Chromosomen paren

Mens: 46 chromosomen (23 paren chromosomen)

Chromosomen paren

chromosomen

Opbouw DNA

Je DNA ziet eruit als een "wenteltrap''

 

Basispaar: Elke traptrede bestaat uit 2 stukken

Basen: 1 zo'n stukje> A,T of  C,G 

DNA

celkern-chromosomen-DNA

Jouw eigenschappen worden bepaald door

1. alleen DNA
2. DNA en leefwijze/ervaringen
3. vooral leefwijze/ervaringen

Aan de slag

1. Lees 2.9

2. Maak de opdrachten bij 2.9 digitaal