12.1 Snelheidsverandering

Leerdoelen
  • Je leert hoe je de snelheid van een beweging uitrekent.
  • Je leert welke soort diagrammen je kunt maken van een beweging.
  • Je leert welke eigenschappen een beweging met constante snelheid heeft.
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen
  • Je leert hoe je de snelheid van een beweging uitrekent.
  • Je leert welke soort diagrammen je kunt maken van een beweging.
  • Je leert welke eigenschappen een beweging met constante snelheid heeft.

Slide 1 - Diapositive

Soorten bewegingen

Slide 2 - Diapositive

Grootheden & Eenheden
1
2
3
(alleen GL)
4

Slide 3 - Diapositive

Formules afstand en snelheid
1
2
3

Slide 4 - Diapositive

Formule versnelling (alleen GL)
1
2
3

Slide 5 - Diapositive

Opgave
Jarno staat stil voor een verkeerslicht.
Als het licht op groen springt, dan trekt hij met zijn auto eenparig op tot een snelheid van 36 km/h.
Bereken de gemiddelde snelheid van Jarno tijdens het optrekken.
1

Slide 6 - Diapositive

0

Slide 7 - Vidéo

Reactieafstand

Slide 8 - Diapositive

Reactieafstand definitie

"De afstand die wordt afgelegd tussen het moment van de inwerking van een prikkel en het moment van de reactie hierop."

Slide 9 - Diapositive

Reactie afstand
Afhankelijk van de bestuurder.
Reactie tijd: 0,7-1,0
  • niet opletten
  • Vermoeidheid
  • Alcohol
  • Drugs
  • Medicijnen

Slide 10 - Diapositive

Reactieafstand berekenen

reactieafstand = snelheid x (reactie)tijd

       s = v x t

Slide 11 - Diapositive

Opgave
Plotseling moet Jarno uit de vorige opgave remmen omdat een hond de weg oversteekt. Jarno heeft een reactietijd van 0,8 s.

Bereken de reactieafstand?

Slide 12 - Diapositive

Antwoord
Gegeven:    ve = 36 km/h = 10 m/s
                         treactie=0,8 s
Gevraagd:    sreactie
Formule:       s = v x t
Berekening: sreactie = 10 * 0,8
Antwoord + eenheid = sreactie = 8 m

Slide 13 - Diapositive

Remweg definitie
Als je remt, sta je niet ineens stil. Je legt nog een bepaalde afstand af. 

"De 
remweg (remafstand) is de afstand die een voertuig aflegt terwijl er wordt geremd. "


Slide 14 - Diapositive

De remweg hangt af van 5 factoren
  • De snelheid.  Bij hogere snelheid, langere remweg.
  • De massa. Een zware auto heeft een langere remweg dan een lichte auto 
  • De remkracht. Als je remmen niet goed functioneren, rem je langzamer af. 
  • De kwaliteit van je banden. Als je banden versleten zijn, hebben ze minder grip op het asfalt.
  • De toestand van het wegdek. Op nat asfalt is de wrijvingskracht kleiner en dus minder grip

Slide 15 - Diapositive

Opgave
Een scooter maakt een noodstop. De beginsnelheid van de scooter is 45 km/h. De scooter remt in 4,4 s tot stilstand.
De beweging is eenparig vertraagd. Bereken de remweg.
1

Slide 16 - Diapositive

Stopafstand

Slide 17 - Diapositive

Stopafstand

reactieafstand + remweg = stopafstand

"De totale afgelegde afstand vanaf het moment van de prikkel tot het moment van stilstand."

Slide 18 - Diapositive

stopafstand = reactieafstand + remweg
Reactietijd
1
Gemiddelde snelheid
3
Reactieafstand
2
Remweg
4
stopafstand = reactieafstand + remweg
5

Slide 19 - Diapositive

Een fietser fietst op een fietspad en ziet een bal de weg op rollen. Terwijl hij grijpt naar zijn rem legt hij 2 meter af en daarna komt hij na het remmen op een totale afstand van 9 meter tot stilstand. Wat was zijn remweg?
A
4,5 meter
B
7 meter
C
9 meter
D
11 meter

Slide 20 - Quiz

Zelfde vraag, maar nu wil ik de stopafstand:
Een fietser fietst op een fietspad en ziet een bal de weg op rollen. Terwijl hij grijpt naar zijn rem legt hij 2 meter af en daarna komt hij na het remmen op een totale afstand van 9 meter tot stilstand. Wat was zijn stopafstand?
A
4,5 meter
B
7 meter
C
9 meter
D
11 meter

Slide 21 - Quiz

0

Slide 22 - Vidéo

Denk terug aan het openingsfilmpje, welke factor zorgde ervoor dat de ene auto wel op tijd stilstond en de andere niet.
A
Aanvangssnelheid
B
Remvertraging
C
Remweg
D
Stopafstand

Slide 23 - Quiz

Geef antwoord op het leerdoel:
 
Wat is het verband tussen stopafstand, reactieafstand en remweg

Slide 24 - Diapositive

0

Slide 25 - Vidéo

0

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien

0

Slide 30 - Vidéo

0

Slide 31 - Vidéo

Herhalingsopdrachten deel 2
Download met behulp van de linkjes de herhalingsopdrachten en en de uitwerkingen.

Slide 32 - Diapositive