Havo H35 Overige kengetallen - Les 1

Havo H35 Overige kengetallen Les 1

35.1 Rentabiliteit van het totale vermogen 

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Havo H35 Overige kengetallen Les 1

35.1 Rentabiliteit van het totale vermogen 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Je kunt de rentabiliteit van het totale vermogen (RTV) berekenen
Je kunt interest vreemd vermogen (IVV) berekenen

Slide 2 - Diapositive

Rentabiliteit 
Hoe winstgevend  is een onderneming? 

Toepassing
  • vergelijk tussen perioden, met andere bedrijven of andere investeringsmogelijkheden
  • Bepaling of een investering in onderneming aan rendementsdoelstelling voldoet.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Rentabiliteit totale vermogen 
Eigen vermogen: winst 
Vreemd vermogen: interest (= rente) 

Slide 5 - Diapositive

RTV
  • Berekenen we over het resultaat gewone bedrijfsuitoefening (tenzij anders vermeld) dus nettowinst voordat de vennootschapsbelasting eraf is gehaald.
  • Interest wordt altijd voor belasting berekend, want zijn onderdeel van de bedrijfskosten
  • Om geen vertekend beeld te geven van de verhouding EV en VV gebruiken we Nettowinst voor belasting


Slide 6 - Diapositive

Rentabiliteit totale vermogen 

Slide 7 - Diapositive

Gemiddeld vermogen bepalen

Slide 8 - Diapositive

Gemiddeld vermogen bepalen
gemiddeld vermogen = (saldo 1-1 + saldo 31-12)/2
gemiddeld totaal vermogen voorbeeld = (533 + 691)/ 2 = € 612.000

Slide 9 - Diapositive

Resultaat voor belasting = nettowinst + te betalen vennootschapsbelasting
resultaat voor belasting = € 60.000 + € 16.000 = € 76.000

Slide 10 - Diapositive

Interest vreemd vermogen

Slide 11 - Diapositive

IVV: Interest vreemd vermogen als %

Slide 12 - Diapositive

Interest berekenen
gegeven aflossing heeft plaatsgevonden op 1 juli; bepaald gemiddeld hypotheekbedrag! rente = 0,05 x ((270 + 260)/2) = € 13.250
Totale interest = € 13.250 + € 1.500 (uit tekst) = € 14.750

Slide 13 - Diapositive

IVV: Interest vreemd vermogen als %

Slide 14 - Diapositive

RTV berekenen

Slide 15 - Diapositive

Huiswerk opgave 35.1 t/m 35.3
Neem voorbeeld 35.2 en 35.3 in theorieboek door voor een toelichting over RTV berekenen op basis van één balans en bij uitbreiding van de onderneming. 

Slide 16 - Diapositive

Opgave 35.1
timer
3:00

Slide 17 - Diapositive

35.1 A

Slide 18 - Question ouverte

Opgave 35.1

Slide 19 - Diapositive

Terugblik liquiditeitskengetallen

  • Current ratio: aan schulden op korte termijn voldoen
  • Quick ratio: aan schulden op zeer korte termijn voldoen
  • Cashflow: wat het bedrijf in een jaar per saldo ontvangt en uitgeeft
  • Solvabiliteit: aan schulden op korte én lange termijn voldoen



Slide 20 - Diapositive

Rentabiliteit 
  • Het inkomen van Eigen Vermogen is Winst
  • Het inkomen van Vreemd Vermogen is Interest
  • Het inkomen van het Totale Vermogen is dus Winst + Interest

Het inkomen geeft aan wat de verschaffers van het vermogen als beloning
krijgen voor de inbreng van dit inkomen. 


Slide 21 - Diapositive

Rentabiliteit 
Het rendement dat een onderneming behaalt

  • Is de verhouding tussen een inkomen en het vermogen dat dit inkomen heeft verdiend.

Kunnen we bepalen voor:
  • Het eigen vermogen
  • Het vreemd vermogen
  • Het totaal vermogen (= eigen + vreemd)

Slide 22 - Diapositive

BV en NV
  • Hebben rechtspersoonlijkheid
  • De aandeelhouders zijn dus de eigenaren die de winst deels krijgen als dividenduitkering
  • Van de winst die overblijft zijn interestkosten al afgehaald
  • De interestkosten zijn het inkomen voor de schuldeisers.
  • Zowel verschaffers vreemd vermogen als verschaffers eigen vermogen verdienen dus aan het bedrijf

Slide 23 - Diapositive

Rentabiliteit totale vermogen
RTV = economische rentabiliteit = som van opbrengst uit het eigen vermogen én vreemd vermogen

     EV = nettowinst voor belasting
VV = interest                                            
 = Inkomen van het totale vermogen 

Slide 24 - Diapositive

RTV
RTV = Resultaat gewone bedrijfsuitoefening* + interest ** x 100%
                                                        Gemiddeld totaal vermogen***



* Resultaat gewone bedrijfsuitoefening = nettowinst voor belasting

** en eventuele kredietkosten

*** Gemiddelde wordt berekend over een jaar met behulp van begin-  en eindbalans of alleen eindbalans (nettowinst dan delen door 2)

Slide 25 - Diapositive


1. Gem. totaal vermogen
2. RTV
timer
3:00

Slide 26 - Question ouverte

Antwoord
A. EV op 1-1 = 270.000
  EV op 31-12 = 270.000 + 60.000 = 330.000
 gemiddelde= 270+330/2= 300.000

B. REV = € 60.000 winst   x 100% = 20%
                  € 300.000 GEV     


Slide 27 - Diapositive


1. Gem. totaal vermogen
2. RTV
timer
3:00

Slide 28 - Question ouverte

Antwoord
1. 530 + 570 / 2 = 550.000 Gemiddeld totaal vermogen

Met dit vermogen hebben vermogensverschaffers in totaal verdiend: € 60.000 winst + € 6.000 interest = € 66.000

2. 66.000 / 550.000 x 100% = 12% RTV

Slide 29 - Diapositive

Wat valt op? 
In dit voorbeeld is het rendement van het eigen vermogen een stuk hoger dan het rendement van het totale vermogen


Wat kun je hier uit opmaken?

Het rendement van het vreemde vermogen is blijkbaar kleiner dan 12%

Afhankelijk van de verhouding tussen VV en EV is het veel kleiner of bijna evenveel als 12%

Slide 30 - Diapositive

Rendement van het vreemd vermogen
Dit noemen we niet RVV maar IVV: interest van het vreemd vermogen

Slide 31 - Diapositive


1. Gem. vreemd vermogen
2. IVV
timer
3:00

Slide 32 - Question ouverte

Antwoord
Vreemd vermogen 1 jan; 160 + 100 = 260.000
Vreemd vermogen 31 dec; 140+100= 240.000
Dus gemiddeld € 250.000 vreemd vermogen

Kosten vreemd vermogen; € 6.000
(6.000/ 250.000) x 100% = 2,4% 


Het vreemd vermogen kost dus veel minder dan het eigen vermogen!

Slide 33 - Diapositive

Rentabiliteit

Slide 34 - Diapositive

Opgaven maken 45.1 t/m 45.4

Slide 35 - Diapositive