3HA NA H5 par 2 Deel 1

• Natuurkunde
• Voortgezet speciaal onderwijs

Een houten kist staat op een vloer. Jan duwt tegen de kist, maar de kist komt niet in beweging. Waar hang de wrijvingskracht vanaf

1. Van het gewicht van de kist
2. Van de ruwheid van de vloer
3. Van de nominale wrijvingsindex
4. Van zowel het gewicht als de ruwheid van de vloer

Hoe noem je de kracht als je het effect van twee krachten combineert

1. De normaalkracht
2. De resultante
3. Me mediaan
4. Daar is geen woord voor

Als een parachutespringer in vrije val neer beneden valt neemt de luchtweerstand steeds meer toe, totdat die net zo groot is als de aantrekkingskracht van de aarde. Wat gebeurt en dan met de snelheid van de parachutespringer

1. De snelheid blijft toenemen
2. De snelheid neemt niet meer toe maar blijft gelijk
3. De snelheid neemt af
4. De snelheid neemt dan weer toe en dan weer af

De twee smufen gaan een touwtrekwedstrijd doen. Smurf A trekt met 180 N naar links en smurf B met 100 N naar rechts. Wat is de netto kracht?

1. 180 N naar links
2. 100 N naar rechts
3. 280 N naar rechts
4. 80 N naar links

De trapkracht van een fietser is 175 N, Zijn snelheid is constant, en 25 km/u.
De rolweerstand is dan 50 N. Hoe groot is de luchtweerstand.

1. 75 N
2. 100 N
3. 125 N
4. Onmogelijk te zeggen met deze gegevens

Van wanneer tot wanneer leefde Isaac Newton?

1. 1643 - 1727
2. 1712 - 1799
3. 1843 - 1921
4. 1902 - 1963

Wat is de eerste wet van Newton?

1. Als de resultante kracht op een voorwerp 0 Newton is en het voorwerp beweegt al, dan zal de snelheid van het voorwerp toenemen
2. Als de resultante kracht op een voorwerp 0 Newton is en het voorwerp beweegt al, dan zal de snelheid van het voorwerp afnemen
3. Als de resultante kracht op een voorwerp 0 Newton is en het voorwerp beweegt al, dan zal de kleur donkerder worden
4. Als de resultante kracht op een voorwerp 0 Newton is en het voorwerp beweegt al, dan blijft het met dezelfde snelheid in dezelfde richting verder bewegen.