Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Par. 2: Water in beweging
1.3 De zon als motor: luchtdruk en wind
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe aan het aardoppervlak verschillen in luchtdruk ontstaan door verschillen in luchttemperatuur en hoe hierdoor wind gaat waaien.
Je kunt op een weerkaart aan de hand van de isobaren aangeven waar de wind het hardst waait.
Slide 2 - Diapositive
In de weersverwachting van de bron 1 worden vier van de vijf weerelementen gegeven. Welk weerelement ontbreekt?
Slide 3 - Question ouverte
Wat is een isotherm?
A
Lijnen die plaatsen met een geljke temperatuur met elkaar verbinden
B
een soort luchtstreek
C
de grens voor de tropen
D
de lijn waarboven het te koud is voor de boomgroei
Slide 4 - Quiz
Wat is de juiste omschrijving van breedteligging?
A
Grote gebieden die qua klimaat hetzelfde zijn
B
Hoek die de zonnestralen maken met het aardoppervlak
C
De ligging van een plaats ten opzichte van de evenaar in graden
D
Zone op aarde die ingedeeld is in temperatuur
Slide 5 - Quiz
Hoe hoger de breedteligging, hoe warmer het wordt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
In de staat Utah in de Verenigde Staten is in augustus 2021 een wielerwedstrijd gehouden. De wielrenners begonnen op 1.000 meter hoogte bij een temperatuur van 34 graden Celsius. De finish lag op 3.000 meter hoogte. Wat was de temperatuur bij de finish?
A
14 graden Celsius
B
22 graden Celsius
C
28 graden Celsius
D
40 graden Celsius
Slide 7 - Quiz
In Spanje is het warmer dan in Nederland doordat de zoninvalshoek in Spanje:
A
Langer is
B
Korter is
C
Groter is
D
Kleiner is
Slide 8 - Quiz
Door welk klimaatfactor is de temperatuur in januari aan de kust lager?
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
Afstand tot de zee
D
Geen van deze
Slide 9 - Quiz
Door welk klimaatfactor is de temperatuur in januari aan de kust hoger?
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
Afstand tot de zee
D
Geen van deze
Slide 10 - Quiz
Waarom ligt er in Zwitserland vaker sneeuw dan in Nederland?
Waarom ligt er in Finland vaker sneeuw dan in Nederland?
Waarom ligt er in Polen vaker sneeuw dan in Nederland?
Welke temperatuurfactor speelt een rol?
Hoogteligging
Breedteligging
Afstand tot zee
Slide 11 - Question de remorquage
In de bron is bij P, Q, R en S niet aangegeven welk seizoen het betreft. Welke beschrijving hoort bij Q te staan?
A
Op het noordelijk halfrond begint de winter, op het zuidelijk halfrond
begint de zomer
B
Op het noordelijk halfrond begint de zomer, op het zuidelijk halfrond
begint de winter
C
Op het noordelijk halfrond begint de herfst, op het zuidelijk halfrond
begint de lente.
D
Op het noordelijk halfrond begint de lente, op het zuidelijk halfrond
begint de herfst.
Slide 12 - Quiz
Luchtdruk
Luchtdruk = De kracht die het gewicht van de lucht in de atmosfeer op een oppervlak uitoefent.
Barometer (Hectopascal (hPa))
hoge luchtdruk > 1013 hPa
lage luchtdruk < 1013 hPa
Luchtdruk en wind
Isobaren
Isobaar = Lijn die plaatsen met gelijke luchtdruk met elkaar verbindt.
Slide 13 - Diapositive
Luchtdrukgebieden
Je kan op basis van de luchtdruk een onderscheid maken tussen twee gebieden.
Lagedruk: onder de 1013 hPa
Hogedruk: boven de 1013 hPa
Een isobaar is een lijn die plaatsen met gelijke luchtdruk met elkaar verbindt.