11.1 deel 2

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

ADH

Slide 3 - Diapositive

additieven
ADI = aanvaardbare dagelijkse inname (niet nodig voor gezonde voeding)
Naast de nodig voedingsstoffen zit er in voedingsmiddelen ook kleur-, geur en smaakstoffen → additieven.
Er is wettelijk bepaald hoeveel een fabrikant mag gebruiken en ze staan vermeld met E-nummers (dat betekent dat ze door de Europese unie zijn goedgekeurd) (zie BINAS 82E)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

volgende slides zelfstandig maken
herhalen voedingsstoffen
rekenen met ADH en ADI

Slide 6 - Diapositive

Gebruik Binas 67F:
uit hoeveel C-atomen bestaat een glucose molecuul?

Slide 7 - Question ouverte

Geef 2 voorbeelden van een di-sacharide

Slide 8 - Question ouverte

Gebruik Binas 67H:
hoeveel verschillende aminozuren zijn er?

Slide 9 - Question ouverte

Wat betekent de '2' bij een aantal aminozuren?

Slide 10 - Question ouverte

Wat betekent het groene kader bij de aminozuren? Wat valt je op?

Slide 11 - Question ouverte

Gebruik Binas 67G:
uit welke drie atomen zijn vetten opgebouwd?

Slide 12 - Question ouverte

De meeste mensen eten zowel dierlijk als plantaardig voedsel. Variatie in voedsel is belangrijk om je gezondheid op peil te houden. Andere mensen zijn vegetariër. Zij eten alleen plantaardig voedsel. Zowel dierlijk als plantaardig voedsel bevat vitamine A. Je levercellen gebruiken zink om een transporteiwit voor vitamine A te maken.
Zink is een mineraal waar je per dag slechts weinig van nodig hebt.
(1p) 1 Hoe noem je een mineraal waarvan je heel weinig nodig hebt?

Slide 13 - Question ouverte

Rekenen met ADI-waarde
In 100 g van een voedingsmiddel zit 3 mg Ethylbutyraat. Hoeveel gram van dit voedingsmiddel zou iemand van 60 kg moeten eten om vergiftigingsverschijnselen te krijgen?

Stap 1: zoek de ADI-waarde van Ethylbutyraat op in BINAS tabel 95B. 

Stap 2: Bereken maximale hoeveelheid voor eigen lichaamsgewicht

Stap 3: Hoeveel van dit voedingsmiddel mag je eten per dag?

Slide 14 - Diapositive

In 100 g van een voedingsmiddel zit 3 mg Ethylbutyraat. Hoeveel gram van dit voedingsmiddel zou iemand van 60 kg moeten eten om vergiftigingsverschijnselen te krijgen?
Geef berekening en antwoord

Slide 15 - Question ouverte

Rekenen met ADI-waarde
In 100 g van een voedingsmiddel zit 3 mg Ethylbutyraat. Hoeveel gram van dit voedingsmiddel zou iemand van 60 kg moeten eten om vergiftigingsverschijnselen te krijgen?

Stap 1: zoek de ADI-waarde van Ethylbutyraat op in BINAS tabel 95B. 
15 mg per kg lichaamsgewicht per dag

Stap 2: Bereken maximale hoeveelheid voor 60 kg lichaamsgewicht
Bijv. 60 x 15 mg = 900 mg 

Stap 3: Hoeveel van dit voedingsmiddel mag je eten per dag?
900 mg / 3 mg = 300
300 x 100 g = 30.000 g = 30 kg

Slide 16 - Diapositive

Als vervanging van suiker wordt vaak aspartaam gebruikt. Een veilige zoetstof zolang het inname onder de ADI-waarde blijft. Cola light bevat 125 mg aspartaam per blikje. Hoeveel blikjes cola mag jij?

Slide 17 - Question ouverte

Antwoord
Stap 1: zoek de ADI-waarde van Aspartaam op in BINAS tabel 95B. 
40 mg per kg lichaamsgewicht per dag

Stap 2: Bereken maximale hoeveelheid voor eigen lichaamsgewicht (vb 60 kg)
Bijv. 60 x 40 mg = 2400 mg 

Stap 3: Hoeveel van dit voedingsmiddel mag je eten per dag?
2400 mg / 125 mg = 19,2
Maximaal 19 blikjes per dag (wanneer je verder geen andere aspartaam bevattende producten inneemt)

Slide 18 - Diapositive

Casus Coeliakie
Ongeveer 1% van de Nederlandse bevolking is overgevoelig voor gluteneiwitten uit tarwe en andere granen en heeft coeliakie. Er zijn geen medicijnen voor deze ziekte, maar glutenvrij eten voorkomt de symptomen. Bij coeliakie roepen de gluteneiwitten een reactie van het afweersysteem in de darm op met als gevolg een ontsteking van het slijmvlies van de dunne darm.

Slide 19 - Diapositive

Licht toe dat patiënten met coeliakie niet zo maar een pizza kunnen eten.

Slide 20 - Question ouverte