Thema 12 gehandicapten

Woonhulp thema 12
Gehandicapten
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Woonhulp thema 12
Gehandicapten

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de les heb je geleerd wat het betekent om een beperking te hebben. Leg in je eigen woorden uit.

Slide 2 - Question ouverte

Een beperking hebben betekent dat je sommige dingen minder goed kunt. Er zijn honderden verschillende soorten beperkingen. Je hebt lichamelijke beperkingen en verstandelijke beperkingen.
Leg uit wat een lichamelijke beperking betekent

Slide 3 - Question ouverte

Een lichamelijke beperking betekent dat iets in je lichaam niet goed werkt. Iemand kan niet lopen of zijn spieren niet goed sturen.
Leg uit wat een geestelijke beperking betekent

Slide 4 - Question ouverte

Een verstandelijke beperking betekent dat er iets in je hersenen niet goed werkt. Iemand kan niet goed leren of praten.
Wat is epilepsie?
A
Geen idee
B
Aandoening van de luchtwegen
C
Aandoening van het tandvlees
D
Een stoornis in de hersenen.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Adhd is een ?
A
gedragsprobleem
B
gedragsstoornis

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen ze ADHD ook wel in het Nederlands?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet jij over autisme?

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn kenmerken van autisme?
A
problemen op sociaal gebied
B
Kan goed observeren, ziet alles
C
moeite met bewaren van overzicht
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je over het syndroom van down

Slide 10 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Lichamelijk
Geestelijk
Grote tong
neus en oren kleiner
slechtziend
chromosoom afwijking
Hartafwijking
korte vingers

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort beperking hoort bij deze beschrijving?
Christa van twaalf jaar heeft een denkniveau van een zesjarige.
Willem communiceert met gebarentaal. 
Noah is spastich.
Emre heeft een blindegeleide hond. 
Doortje heeft het syndroom van Down.
Auditieve 
Motorische 
Verstandelijke 
Visueel 
Verstandelijke 

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent Meervoudig complexe beperking?

Slide 13 - Question ouverte

Mensen met een meervoudig complexe beperking hebben een lichamelijke beperking en een verstandelijke beperking.
Wat is een motorische beperking?
A
Doof of slechthorend
B
Verstandelijke beperking
C
Beperking in het bewegen
D
Blind of slechtziend

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een zintuigelijke beperking?
A
spierziekte
B
verlamd zijn
C
slechthorend of doof zijn

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als een cliënt doof is, is dit een zintuigelijke beperking. Hoe zou je dit nog meer kunnen noemen?
A
visuele beperking
B
geluidsbeperking
C
auditieve beperking
D
waarnemingsbeperking

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg in je eigen woorden uit wat dementie betekent

Slide 17 - Question ouverte

ernstig geheugenverlies
Welke 3 manier van wonen zijn er voor mensen met een beperking?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Dagbesteding
Er zijn 4 verschillende soorten dagbesteding:
  • Arbeidsmatige dagbesteding
  • Creatieve dagbesteding
  • Belevingsgerichte dagbesteding
  • Dagbesteding gericht op leren en ontwikkelen

Geef bij de volgende activiteit aan waar hij bij hoort

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lisa is creatief. Ze schildert graag.
A
Arbeidsmatige dagbesteding
B
Creatieve dagbesteding
C
Belevingsgerichte dagbesteding
D
Dagbesteding gericht op leren en ontwikkelen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pieter houdt van structuur. Hij vindt het fijn om werkzaamheden te verrichten die veel herhaald worden.
A
Arbeidsmatige dagbesteding
B
Creatieve dagbesteding
C
Belevingsgerichte dagbesteding
D
Dagbesteding gericht op leren en ontwikkelen

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mats vindt het lastig om zelfstandig te werken. Hij werkt graag in de tuin.
A
Arbeidsmatige dagbesteding
B
Creatieve dagbesteding
C
Belevingsgerichte dagbesteding
D
Dagbesteding gericht op leren en ontwikkelen

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Milou zit in een rolstoel. Ze kan zichzelf niet bewegen maar luistert heel graag naar muziek.
A
Arbeidsmatige dagbesteding
B
Creatieve dagbesteding
C
Belevingsgerichte dagbesteding
D
Dagbesteding gericht op leren en ontwikkelen

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Jan wil graag leren koken. Dan kan hij voorzijn ouders een keer spaghetti maken.
A
Arbeidsmatige dagbesteding
B
Creatieve dagbesteding
C
Belevingsgerichte dagbesteding
D
Dagbesteding gericht op leren en ontwikkelen

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions