Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Grammatica H3 les 1 - 2M1
di. 11 jan. - 2m3 - 4e uur
meewerkend voorwerp
1 / 28
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
28 diapositives
, avec
quiz interactif
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
di. 11 jan. - 2m3 - 4e uur
meewerkend voorwerp
Slide 1 - Diapositive
Planning
Voor de vakantie
:
H1 Grammatica zinsdelen blz. 28-29
Zinnen in zinsdelen
verdelen
1e deel van H3
Werkwoordelijk gezegde
blz. 80-81
Deze week
:
2e deel vanH3 Grammatica zinsdelen blz. 80-81
Lijdend voorwerp
H4 Grammatica zinsdelen blz. 106-107
Meewerkend voorwerp
H5 Grammatica zinsdelen
blz. 132-133
Bijwoordelijke bepaling
Volgende week:
herhalen Grammatica zinsdelen H1, H3, H4 en H5
>> GPW-stof: Grammatica zinsdelen H1, H3, H4 en H5 <<
Slide 2 - Diapositive
Programma deze les
Herhalen theorie Grammatica zinsdelen H1 --> stappenplan
Herhalen uitleg lijdend voorwerp
Klassikaal oefenen met zinnen ontleden
Zelfstandig oefenen met zinnen ontleden
Slide 3 - Diapositive
Programma deze les
Bespreken opdr. 5 blz. 81
Herhalen uitleg lijdend voorwerp
Klassikaal oefenen met zinnen ontleden
Zelfstandig oefenen met zinnen ontleden
Slide 4 - Diapositive
Welke zinsdelen ken je?
Slide 5 - Carte mentale
H1: Stappenplan ontleden
Zoek de persoonsvorm (pv)
Verdeel de zin in zinsdelen
Zoek het onderwerp (ow)
Benoem het werkwoordelijk gezegde (wg)
Zoek het lijdend voorwerp (lv)
Ik /geef/ oma/ een grote bos bloemen/ voor haar verjaardag.
Slide 6 - Diapositive
H3: Werkwoordelijk gezegde & lijdend voorwerp
Met het wg hebben we voor de vakantie veel geoefend bij Plot26.
Het lijdend voorwerp ken je nog uit de brugklas.
Hierbij alles nog even op een rijtje in het volgende filmpje:
Slide 7 - Diapositive
nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl
Slide 8 - Lien
Opdracht 3 blz. 81 NN
We maken de eerste heft van deze opdracht klassikaal.
We ontleden de hele zin.
Daardoor kunnen we aangeven of het onderstreepte zinsdeel wel of geen lijdend voorwerp (lv) is.
Slide 9 - Diapositive
Opdracht 3 blz. 81
1.
De laatste twee wedstrijden
moeten we winnen voor het kampioenschap.
pv =
Verdeel de zin in zinsdelen.
ow =
wg =
lv =
Slide 10 - Diapositive
Opdracht 3 blz. 81
2. Waarschijnlijk mag ik zaterdag op
mijn nichtje
passen
.
pv =
Verdeel de zin in zinsdelen.
ow =
wg =
lv =
Slide 11 - Diapositive
Opdracht 3 blz. 81
3. De reuzenpompoen uit Barts tuin heeft bij de openbare verkoop
150 euro
opgeleverd
.
pv =
Verdeel de zin in zinsdelen.
ow =
wg =
lv =
Slide 12 - Diapositive
Ontleed zelf zin 4, 5 en 6.
4. Op de open dag van de luchtmacht lieten de stuntvliegers
een fantastische show
zien.
5. De Orange Angels speelden
gisteren
een thuisduel in Amsterdam.
6. William fietst elke dag
fluitend
vijftien kilometer naar school.
Slide 13 - Diapositive
Opdracht 3 blz. 81
4. Op de open dag van de luchtmacht /lieten/ de stuntvliegers /
een fantastische show
/zien
.
pv = lieten
Verdeel de zin in zinsdelen.
ow = de stuntvliegers
wg = lieten zien
lv = een fantastische show
Slide 14 - Diapositive
Opdracht 3 blz. 81
5. De Orange Angels /speelden /
gisteren
/een thuisduel /in Amsterdam
.
pv = speelden
Verdeel de zin in zinsdelen.
ow = De Orange Angels
wg = speelden
lv = een thuisduel
Slide 15 - Diapositive
Opdracht 3 blz. 81
6. William /fietst/ elke dag /
fluitend/
vijftien kilometer/ naar school
.
pv = fietst
Verdeel de zin in zinsdelen.
ow = William
wg = fietst
lv = vijftien kilometer
Slide 16 - Diapositive
Antwoorden opdracht 4
1 wat extra zakgeld = lv
2 de voorraden = lv
3 Pieter = ow
4 Vele potten pindakaas en blikjes doperwtjes = ow
5 Pieters baan = ow
6 heeft = pv
7 continu = X (bwb)
8 dat = lv
9 aan de vakkenvuller = X (mv)
10 de schappen = lv
11 de robot = ow
12 blijven doorwerken = wg
Slide 17 - Diapositive
aan het
en
te
direct vóór het ww
horen bij het wg
Zij is buiten aan het voetballen. wg = is aan het voetballen
De baby is aan het huilen. wg = is aan het huilen
maar:
In de trein zit ik het liefst aan het gangpad. wg = zit
Hij staat daar te kletsen met Rob. wg = staat te kletsen
Oma zit te breien op de bank. wg = zit te breien
maar:
Ik vind dat cadeau veel te duur. wg = vind
Slide 18 - Diapositive
Dus:
als
aan het
en
te
direct vóór het wg staan,
horen ze bij het werkwoordelijk gezegde (wg).
Slide 19 - Diapositive
Maak opdracht 5 op blz. 81 NN
Mijn moeder zit een skypegesprek te voeren met haar zus in Spanje.
Met een grote sprong probeerde Dylana's pony over de sloot te springen.
Volgens de conducteur komt deze trein te laat aan in Weesp.
Vanwege zijn lange benen wil Ben in de bioscoop aan het gangpad zitten.
Ben je zo laat nog huiswerk aan het maken?
Alex en Jasper liepen op te scheppen over hun beroemde vaders.
--> Werk volgens het stappenplan: 1. pv - 2. zinsdelen - 3. ow - 4. wg - 5. lv
Schrijf de stappen onder elkaar in je schrift: pv = ...........
Slide 20 - Diapositive
Bespreken opdracht 5 blz. 81
Slide 21 - Diapositive
Opdracht 5 blz. 81
1. Mijn moeder /zit /een skypegesprek /te voeren/ met haar zus in Spanje
.
pv = zit
Verdeel de zin in zinsdelen.
ow = Mijn moeder
wg = zit te voeren
lv = een skypegesprek
Slide 22 - Diapositive
Opdracht 5 blz. 81
2. Met een grote sprong/ probeerde/ Dylana's pony /over de sloot/ te springen
.
pv = probeerde
Verdeel de zin in zinsdelen.
ow = Dylana's pony
wg = probeerde te springen
lv = X
Slide 23 - Diapositive
Opdracht 5 blz. 81
3. Volgens de conducteur/ komt /deze trein/ te laat /aan/ in Weesp
.
pv = komt
Verdeel de zin in zinsdelen.
ow = deze trein
wg = komt ... aan
lv = X
Slide 24 - Diapositive
Opdracht 5 blz. 81
4. Vanwege zijn lange benen/ wil/ Ben/ in de bioscoop/ aan het gangpad /zitten
.
pv = wil
Verdeel de zin in zinsdelen.
ow = Ben
wg = wil zitten
lv = X
Slide 25 - Diapositive
Opdracht 5 blz. 81
5. Ben/ je /zo laat /nog /huiswerk/ aan het maken?
pv = Ben
Verdeel de zin in zinsdelen.
ow = je
wg = ben aan het maken
lv = huiswerk
Slide 26 - Diapositive
Opdracht 5 blz. 81
6. Alex en Jasper /liepen/ op te scheppen/ over hun beroemde vaders.
pv = liepen
Verdeel de zin in zinsdelen.
ow = Alex en Jasper
wg = liepen op te scheppen
lv = X
Slide 27 - Diapositive
Huiswerk di. 11/1
Maak opdracht 5 blz. 81 af in je schrift.
Lees de uitleg over het mv in het groene vlak blz. 106.
Neem NN en je schrift mee naar de les.
Slide 28 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Grammatica H3 les 2 - 2M1
Janvier 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Grammatica H3 les 2* - 2M3
Janvier 2022
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
extra T2 grammatica zinsdelen
Février 2021
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Les 5 (21 september 2024)
Septembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12
H3 Grammatica Zinsdelen
Février 2021
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica - Werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp
Janvier 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
Grammatica 1-Wat is grammatica?
Février 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Week 47 Nederlands 2M
Décembre 2021
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1