Les 6: Regeling

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Introduction

Eindexamen herhaling hoofdstuk regeling

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  1.  Kunt delen en functies van zenuwstelsel noemen
  2. Drie typen zenuwcellen en functies
  3. Omschrijven wat zenuw is en je kent de 3 typen + kenmerken
  4. Delen van hersenen met functies en kenmerken
  5. Functies van reflexen noemen 
  6. Bouw en functie van hormoonstelsel beschrijven
  7. In afbeelding belangrijkste hormoonklieren benoemen
  8. Werking beschrijven van hormonen uit hypofyse en schildklier

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Het zenuwstelsel

Centraal zenuwstelsel

  • grote hersenen
  • kleine hersenen
  • hersenstam
  • ruggenmerg


Perifere zenuwstelsel

  • gevoelszenuwcellen
  • bewegingszenuwcellen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het centrale zenuwstelsel bestaat uit..
A
hersenen, ruggenmerg, zenuwen
B
zenuwen en zintuigen
C
grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
D
grote en kleine hersenen en zenuwen

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Zenuwcellen
Zenuwweefsel bestaat uit zenuwcellen.
Zenuwcellen hebben een cellichaam (waar de kern zit) en uitlopers (lange 'armen' van de cel)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zenuwcellen
Er zijn drie verschillende type zenuwcellen:
  • Gevoelszenuwcel
  • Bewegingszenuwcel
  • Schakelcel

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

typen zenuwcellen
  • gevoelszenuwcellen (sensorische zenuwcellen)

  • bewegingszenuwcellen (motorische zenuwcellen)

  • schakelcellen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel een vraag

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 typen
Sensorisch:
- lang dendriet, - kort axon
- cellichaam in ganglion
Schakel:
- kort dendriet en axon
- geheel in CZ
Motorisch:
- korte dendrieten
- lang axon
- cellichaam in CZ

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schakelcel

Verwerken de impulsen in het centrale zenuwstelsel

De cel ligt in het geheel in het centrale zenuwstelsel

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevoelszenuwcel
  • Van zintuigen naar Centraal zenuwstelsel
  • Cellichamen vlak bij (maar niet in) het centrale zenuwstelsel.
  • Een lange uitloper die impulsen naar cellichaam geleidt. 
  • Uitlopers van  cellichaam naar  centraal zenuwstelsel. 

Slide 12 - Diapositive

impulsen van zintuigen naar het centrale zenuwstelsel
Cellichamen vlak bij centrale zenuwstelsel
Denk aan "gevoel"

Verbindt zintuig met centrale zenuwstelsel
Cellichaam vlakbij het centrale zenuwstelsel

Impuls loopt van een zintuig naar het centrale zenuwstelsel
Het cellichaam ligt net buiten het centrale zenuwstelsel
Stel een vraag

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De hersenen
De hersenen bestaan uit:
  • Grote hersenen
  • Kleine hersenen
  • Hersenstam

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een reflex?
A
Als er altijd dezelfde reactie volg op een bepaalde prikkel
B
Na verloop van tijd volgt er geen reactie op een bepaalde prikkel
C
Een stapeling van prikkels waar je een vaste reactie op hebt

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Reflexen worden aangestuurd door het...
A
animale zenuwstelsel
B
autonome zenuwstelsel
C
beide

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van een reflex?
A
Je steekt je hand uit om iemand te groeten
B
Je steekt je hand uit om iets aan te pakken
C
Je steekt je hand uit als je valt

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke is geen reflex?
A
Snel een kroket opeten
B
Je hoofd omdraaien bij een hard geluid
C
Knipperen met je ogen als je door een wolk vliegjes fietst
D
Je hart gaat sneller kloppen bij gevaar

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zenuwstelsel
Hormoonstelsel
werkt snel
kortdurend
werkt niet snel
langdurend
zenuwen
bloed

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zenuwstelsel
Hormoonstelsel
Langzame 
Zenuwstelsel
Hormoonstelsel
Basisstoffen
1 t/m 5
6 t/m 8
Signalen:
Impulsen
Hormonen
Doorgegeven via:
Zenuwcellen
Bloed
Snelheid
Snel
Langzaam
Duur
Kort
Lang
Verschil zenuwstelsel - hormoonstelsel

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormonen
Leerdoelen:
hormoonstelsel beschrijven
hormoonklieren benoemen
hypofyse en schildklier

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Het hormoonstelsel
Hormoonstelsel

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormoonstelsel
Hypofyse
Eilandjes van langerhans
Teelballen
Eierstokken
Schildklier
Bijnieren

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Basisstof 7. 
De hypofyse en de schildklier
De hypofyse

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De hypofyse
De hypofyse stuurt en activeert
vooral andere organen.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ontstaan secundaire geslachtskenmerken vrouw:
  • groei borsten
  • groei schaamhaar
  • ongesteld
hypofyse
geeft startsein 
maakt hypofyse-hormonen
zaadballen
geslachtsorgaan man reageert op hypofysehormonen en 
maken testosteron
eierstokken
geslachtsorgaan vrouw reageert op hypofysehormonen en maken oestrogeen
ontstaan secundaire geslachtskenmerken man:
  • penisgroei
  • baardgroei
  • lage stem etc...

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



De schildklier
de schildklier
Maakt het schildklierhormoon.
  • Regelt de stofwisseling: stimuleert de verbranding in de cellen.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schildklier
  • De schildklier maakt schildklierhormoon:

  • Schildklierhormoon regelt verbranding in de cellen (stofwisseling) en groei en ontwikkeling.

  • Te weinig schildklierhormoon: Je bent koud en moe en wordt dikker.
  • Te veel schildklierhormoon: Je hebt het warm, bent bewegelijk, valt af.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb jij geleerd vandaag? 
Benoem iets dat voor jou nieuw was.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel een vraag

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het centrale zenuwstelsel bestaat uit..
A
hersenen, ruggenmerg, zenuwen
B
zenuwen en zintuigen
C
grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
D
grote en kleine hersenen en zenuwen

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions