Gouden les (herhaling pw) blok 1

Oefentoets 
Fictie, Spelling, Over Taal en lezen blok 1 
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets 
Fictie, Spelling, Over Taal en lezen blok 1 

Slide 1 - Diapositive

Fictie 

Slide 2 - Diapositive

Leg het verschil uit tussen fictie en non-fictie.
Geef van beiden een voorbeeld.

Slide 3 - Question ouverte

Hoe kan het dat een realistisch verhaal toch fictie is? Leg dit uit met behulp van tenminste twee kenmerken

Slide 4 - Question ouverte

Over Taal

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn synoniemen?

Slide 6 - Question ouverte

Het onweer en de regen belemmeren het verkeer om hard te rijden, waardoor er lange files zijn.

belemmeren = …

A
tegenhouden
B
niet goedvinden
C
lastig vinden
D
Duidelijk maken

Slide 7 - Quiz

De premie voor de zorgverzekering is dit jaar weer gestegen.

Wat betekent premie?


A
ruzie
B
regering
C
geld dat je betaalt voor een verzekering
D
bedrijf waar mensen werken

Slide 8 - Quiz

De leerlingen van klas M2A willen graag een hele les lezen, gelukkig stemt meneer Topal toe.

Stemt toe = …

A
vindt het niet goed
B
is van toepassing
C
twijfelt
D
vindt het goed

Slide 9 - Quiz

Als jullie vertellen wat er gebeurd is, kan ik vaststellen wie er gelijk heeft.
Wat betekent vaststellen?

A
precies aangeven
B
vragen of iemand met je wil trouwen
C
je niet prettig voelen
D
aan het werk gaan

Slide 10 - Quiz

Spelling 

Slide 11 - Diapositive

Geloven | … jouw vader die smoes?

Slide 12 - Question ouverte

Lees de zin hieronder. Zoek in de zin een synoniem voor het woord tussen haakjes

Ik ga dit weekend naar Parijs en zal daar ook (overnachten). Het is fijn dat ik daar bij een vriendin kan logeren.

Slide 13 - Question ouverte

Bederven| Morgen … het vlees, dus dat moet vandaag op.

Slide 14 - Question ouverte

Verliezen |Wie … de wedstrijd zaterdag, denk je?

Slide 15 - Question ouverte

(VT) vissen Ik ____________ op zaterdag vaak met mijn vader

Slide 16 - Question ouverte

(VT) draaien
De dj ____________ erg goed op het feestje.

Slide 17 - Question ouverte

(VT) vieren
De meeste mensen ____________ vakantie in Frankrijk.

Slide 18 - Question ouverte

(VT) verven
____________ de schilders het nieuwe gebouw in twee weken?

Slide 19 - Question ouverte

(VT) blozen
De verlegen jongen ____________ toen hij de vraag fout beantwoordde.

Slide 20 - Question ouverte

(VDW) spelen
Ik heb gisteren twee wedstrijden ____________.

Slide 21 - Question ouverte

(VDW) aanbranden
In de oven zijn de aardappels ____________.

Slide 22 - Question ouverte

(VDW) verstoppen
Hoeveel eieren heb jij in de tuin ____________?

Slide 23 - Question ouverte

(VDW) voltooien
We hebben de opdracht____________ .

Slide 24 - Question ouverte

(VDW) worden
Onze lerares is gisteren 52 jaar ____________.

Slide 25 - Question ouverte

Lees de zinnen hieronder. Neem uit deze zinnen alleen de klankveranderende werkwoorden over.

In de herfst vallen de blaadjes van de bomen. De natuur is dan prachtig.
(streepje zonder spaties ertussen)

Slide 26 - Question ouverte

Lees de zinnen hieronder. Neem uit deze zinnen alleen de klankvaste werkwoorden over.

Het regent en stormt vaak wel in de herfst. Daar word ik minder blij van.
(streepje zonder spaties ertussen)

Slide 27 - Question ouverte

Lezen

Slide 28 - Diapositive

Onderwerp en tekstsoort 

Slide 29 - Diapositive

Wat is het onderwerp?

Slide 30 - Question ouverte

Tekstdoel
A
Informeren
B
uitleggen
C
amuseren
D
activeren

Slide 31 - Quiz