41-1,2,3: Werkles, gedichten, dystopie

Welkom!
Je mag gelijk gaan werken aan jouw mindmap. Je hebt er dit hele uur de tijd voor. 
Woensdag aan het begin van de les lever je het op papier in.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Je mag gelijk gaan werken aan jouw mindmap. Je hebt er dit hele uur de tijd voor. 
Woensdag aan het begin van de les lever je het op papier in.

Slide 1 - Diapositive

Welkom!
Neem blz. 83 alvast voor je. Lees de groene theorie alvast goed door.

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen: Aan het eind van de les kun je
- de stijlfiguren opsomming, drieslag, climax en herhaling herkennen in gedichten.
- een metafoor, een vergelijking en een personificatie herkennen.
- uitleggen wat een dystopie is.
- jouw voorkeur/afkeer van een genre toelichten.
- bepalen in hoeverre gebeurtenissen realistisch zijn.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Opsomming is ook iets dat veel voorkomt in gedichten. 

Daar staat zij. Mijn hart, mijn liefde, mijn schat.

Ik zit in het donkere bos. Ik zie de maan, de sterren, de bomen. 

Slide 5 - Diapositive

Drieslag
Een drieslag is een vaste combinatie van een opsomming in drieën.

Bekende voorbeelden: 
Met bloed, zweet en tranen
Ik kwam, ik zag, ik overwon 
 


Slide 6 - Diapositive

Climax
Je bent de liefste van het land, van Europa, van de wereld.

Een climax bouwt op naar een hoogtepunt:

groot, groter, grootst
rijk, rijker, rijkst
3, 2, 1,... KaBOOOM!

Slide 7 - Diapositive

Herhaling is ook iets dat veel voorkomt in gedichten. 

Daar staat zij. Mijn hart, mijn hart.

Slide 8 - Diapositive

Vergelijkingen
Een vergelijking is een vorm van beeldspraak.

Dat betekent dat je iets beschrijft door het te vergelijken met iets anders.

Object (het echte) en beeld (waar het op lijkt) staan er allebei:
Hij is zo sterk als een beer.

Slide 9 - Diapositive

Asyndetische vergelijking
Vergelijking zonder 'als'

Slide 10 - Diapositive

Beeldspraak: metaforen
- In metaforen staan geen verbindingswoorden

- Werkwoorden kunnen ook metafoor zijn
Je vliegt (beeld) door die spannende boeken heen

- Spreekwoorden en uitdrukkingen zijn vaak metaforen
Appels met peren vergelijken (beeld)

- Een metafoor lijkt op een vergelijking, maar het object (dat wat echt is) ontbreekt in een zin.
Wat een clown zeg.-> een persoon die grappig doet.

Slide 11 - Diapositive

Metafoor of vergelijking?
  1. Mijn nichtje is echt een blij ei!
  2. Valt die dictator vandaag uit?
  3. Wat een varkenshok!
  4. Jij bent net een kameleon.
  5. Ik krijg een punthoofd van jouw gedrag.
  6. Gamen zit in zijn dna.
  7. Dat slaat als een tang op een varken.
  8. Is dat heilige boontje ook nagebleven?


  1. Vergelijking
  2. Metafoor
  3. Metafoor
  4. Vergelijking
  5. Metafoor
  6. Metafoor
  7. Vergelijking
  8. Metafoor

Slide 12 - Diapositive

Personificatie

  • Bij een personificatie geef je menselijke eigenschappen aan een voorwerp of iets abstracts.

Mijn haar danst in de wind.
De boot danst op de golven.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Dystopie
Een samenleving met bijna alleen maar negatieve eigenschappen.

Verhaal dat zich afspeelt in een angstaanjagende, toekomstige wereld. De hoofdpersoon in een dystopie worstelt vaak met een of meer morele dilemma's: hij wil het goede doen, maar kiezen voor het goede heeft nadelen. 

Slide 15 - Diapositive

Klimaatfictie
Ontstaan als gevolg van een klimaatramp:
- een overstroming 
- extreme droogte
- hitte

Slide 16 - Diapositive

Maken/huiswerk
Blz. 83 opdracht 5 en 6.
Blz. 115 opdracht 1 en 2.

Slide 17 - Diapositive