Kapsalon

Kapsalon
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
KokenMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Kapsalon

Slide 1 - Diapositive

Programma


  1. Uitleg. 
  2. Koken 
  3. Eten.
  4. Schoonmaken.
  5. Bonus-opdracht.

Slide 2 - Diapositive

2G: afspraken met VEB
Pesten = uitgestuurd.
3 waarschuwingen in 1 les = uitgestuurd.
Spullen niet bij je = uur nakomen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Vragen
  • Er komt een vraag.
  • Denk er voor jezelf over na (10 seconden)
  • Daarna wijs ik iemand aan om de vraag te beantwoorden.
  • We luisteren naar elkaar.

Slide 5 - Diapositive

Wat zit er allemaal in kapsalon?

Slide 6 - Diapositive

Waarom heet kapsalon eigenlijk kapsalon?

Slide 7 - Diapositive

Video
In het volgende filmpje kom je meer te weten over waar de naam kapsalon vandaan komt...

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Stappenplan
  1. Ik noem je groepje.
  2. Ik vertel waar je gaat werken.
  3. Dan ga je de ingrediënten pakken.
  4. Lees goed de stappen in je recept. 
  5.  13:45 klaar zijn met koken (nog niet met schoonmaken).
Eerder klaar?
Ga vast schoonmaken.

Slide 10 - Diapositive

Schoonmaaktaken
klaar.


  1. Afwas gedaan en opgeruimd.
  2. Werkbank schoon.
  3. Fornuis schoon.
  4.  Gootsteen leeg.
  5.  Afvalemmer leeg en schoon.
  6.  Plaat met materiaal op fornuis.
Klaar? Verdiepings-opdracht doen (theorie).

Slide 11 - Diapositive

Verdiepings-opdracht klaar om ... 

Slide 12 - Diapositive

Log in op Lesson up

Slide 13 - Diapositive

In een kapsalon zitten ongeveer .... calorieën
A
1000
B
1700
C
500

Slide 14 - Quiz

Weetje
  • Een gemiddelde volwassene heeft ongeveer 2000 calorieën per dag nodig.
  • Met een kapsalon krijg je dus al de helft binnen!

Slide 15 - Diapositive

Niet iedereen heeft even veel calorieën op een dag nodig. Hoe komt dat?

Slide 16 - Question ouverte

Calorieën
Calorieën (energie) halen we uit voedingsstoffen, vooral uit:
Eiwitten > 4 calorieën per gram.
Koolhydraten > 4 calorieën per gram.
Vetten > 9 calorieën per gram.

Slide 17 - Diapositive

Waar zit dus de meeste energie in?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vetten

Slide 18 - Quiz

Als je vaak te veel calorieën en vetten binnenkrijgt, kan dit effecten hebben op je lichaam. Noem 3 effecten.

Slide 19 - Question ouverte

Niet alle vetten zijn ongezond. Welke vetten zijn volgens jou gezonder?
A
Verzadigde vetten.
B
Onverzadigde vetten.

Slide 20 - Quiz

Onverzadigde vetten
Onverzadigde vetten zijn gezonder dan verzadigde vetten omdat ze goed zijn voor je hart en bloedvaten. 

Verzadigde vetten, die in boter, vet vlees en volle melkproducten zitten, kunnen je cholesterol juist verhogen, wat de kans op hart- en vaatziekten vergroot.

Slide 21 - Diapositive

Samenvattend
Vaak te veel (verzadigde) vetten en calorieën eten of drinken is ongezond. Als je dit af en toe doet, heeft het niet zoveel effect op je gezondheid.  

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien