4hv les 5 P3 - modale werkwoorden en rangtelwoorden

Gutenmorgen
4hv
Les 4 P3
Deutsch!
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Gutenmorgen
4hv
Les 4 P3
Deutsch!

Slide 1 - Diapositive

Studienführer
Voorbereiding voor les 4:
maken: opdr. 5 t/m  7 van Teil 4 Grammatik


verwerkingsopdrachten na les 4:
maken: Grammatik Teil 4 D-Prüfung (Seite 240)

Slide 2 - Diapositive

Unterrichtsziele
- je weet wat de modale ww betekenen en hoe ze vervoegd worden;

 - je kent de (rang)telwoorden in het Duits en kunt ze in een zin gebruiken.





Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Modalverben im Pefekt
v.t.t.
dürfen = gedurft
können = gekonnt
müssen = gemusst
wollen = gewollt
wissen = gewusst
mögen = gemocht

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Ich (können, vt) ……… es nie ....……. .

Slide 8 - Question ouverte

Er (wissen, vt) …….. es nicht .... .

Slide 9 - Question ouverte

Wir (wollen, vt) ... das nicht .... .

Slide 10 - Question ouverte

Du (dürfen, vt) … das früher nicht ..... .

Slide 11 - Question ouverte

Ihr (können, vt) …… es nicht ..... .

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

53

Slide 14 - Question ouverte

1053

Slide 15 - Question ouverte

69

Slide 16 - Question ouverte

9502

Slide 17 - Question ouverte

die Ordinalzahlen = de rangtelwoorden




Kun je voorbeelden noemen in het Nederlands?

Slide 18 - Diapositive

Wie bildet man die Ordinalzahlen?



1 t/m 19   ---> telwoord + te

 Bijvoorbeeld:

negende = neunte

dertiende = dreizehnte


20 t/m ..... ---> telwoord + ste

Bijvoorbeeld:

vierentwintigste = vierundzwanzigste

dertigste = dreißigste

Slide 19 - Diapositive

Uitzondering


eerste = erste


derde = dritte


zevende = siebte


achtste = achte

Slide 20 - Diapositive

Let op:

1. Als er sprake is van een datum, dan zet je een punt achter het getal.

Bijvoorbeeld: Ich komme am 7. Juni zu Besuch.


2. in een zin wordt het rangtelwoord vaak als bijvoeglijk naamwoord gebruikt.

In dat geval moet je de uitgangen van het bijvoeglijk naamwoord achter het rangtelwoord plakken. ( uitgangen 'sleutel'/ 'bett')


Bijvoorbeeld: Wir befinden uns im dritten Stock ( 3. Stock).  

Er hat ein zweites Kind bekommen.  (de e van de uitgang -es valt weg omdat het rangtelwoord al op een -e eindigt)

                          



Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Rangtelwoorden kunnen ook zelfstandig gebruikt worden.


Dan moet je de Rangtelwoorden met een hoofdletter schrijven.

Bijvoorbeeld:

Katja ist die Zweite von links.

Ich bin Dritter geworden beim Fußballspiel. *



Slide 24 - Diapositive

Je kunt van rangtelwoorden ook breuken maken.

(Breuken zijn onzijdige zelfstandige naamwoorden.)


Hoe maak je ze?


rangtelwoord + l

Bijvoorbeeld: 3/4 = drei Viertel

                          1/100 = ein Hundertstel


Let op: de helft = die Hälfte!!!

Slide 25 - Diapositive

Wir feiern Karnaval (op 10 februari).
schrijf de gebruikelijke notatie op

Slide 26 - Question ouverte

Ich habe .. .. ... (op 7 mei ) Geburtstag.
schrijf de gebruikelijke notatie

Slide 27 - Question ouverte

Ostermontag ist dieses Jahr .. ........... .....(op 13 april) > schrijf voluit!

Slide 28 - Question ouverte

Pfingstsonntag ist dieses Jahr .. ........... .....(op 31 mei) > schrijf voluit!

Slide 29 - Question ouverte

Der Rennfahrer erreichte ... ..... .... (de derde plaats).

Slide 30 - Question ouverte

Der Rennfahrer erreichte ... ..... .... (de 51ste plaats).

Slide 31 - Question ouverte

Der Rennfahrer erreichte ... ..... .... (de 7de plaats).

Slide 32 - Question ouverte

Die Toiletten sind .. ....... .....
(op =in de 3e).

Slide 33 - Question ouverte

Femke Bol kam als ......
(4e) im 60m-Lauf.

Slide 34 - Question ouverte

Darf man als (16-jarige, m) hinter dem Tresen arbeiten?

Slide 35 - Question ouverte

Darf man als (16-jarige, v) hinter dem Tresen arbeiten?

Slide 36 - Question ouverte

eins dividiert durch 7 ist 1/7

Slide 37 - Question ouverte