module 7 hoofdstuk 3.3 en 3.4

Formule omschrijven
  • Ric = Nic/Pic x 100 is een lineaire formule
  • Ezelsbruggetje: 3 = 6/2

Dan geldt ook 
Ric * Pic / 100 = Nic immers 3 * 2 = 6
en NIC / RIC x 100 = PIC immer 6 / 2 = 3
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Formule omschrijven
  • Ric = Nic/Pic x 100 is een lineaire formule
  • Ezelsbruggetje: 3 = 6/2

Dan geldt ook 
Ric * Pic / 100 = Nic immers 3 * 2 = 6
en NIC / RIC x 100 = PIC immer 6 / 2 = 3

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

nominaal rendement = 8,0%
inflatie = 3,7%
reëel rendement =
A
4,2%
B
-4%
C
12%
D
4,1%

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

inflatie = 2,3%
reëel rendement = 3,7%
nominaal rendement =
A
6,1%
B
6%
C
1,4%
D
-1,4%

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

nominaal rendement = 4,4%
reëel rendement = 2,3%
inflatie =
A
2,1%
B
6,8%
C
-2%
D
6,7%

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je wat convergentie en divergentie inhouden en hoe deze ontstaat.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kernwoorden: economische groei en welvaart
economische groei: stijging van het aantal geproduceerde goederen en diensten (reële bbp) ten opzichte van kwartaal ervoor.
economische groei -> meer inkomen -> meer consumptie -> meer welvaart.
Bij daling van het aantal geproduceerde goederen en diensten spreken we van krimp, als het twee kwartalen duurt van recessie en als het nog langer duurt van depressie. 

Bbp per hoofd van de bevolking geeft een indicatie voor de welvaart.
welvaart wordt ook beïnvloed door:
- inkomensverdeling
- prijsniveau van goederen en diensten (koopkracht)
- hoe tevreden ben je?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De prestaties van de economie

De economische structuur beïnvloedt de prestaties van de economie.

Te denken valt aan:

  • De (arbeids)productiviteit
  • Technologische vooruitgang  (innovaties) 
  • Werkloosheid (door werkloosheid wordt een gedeelte van de productiefactor arbeid onbenut)
  • Scholing kwaliteit van arbeid.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Economische convergentie en divergentie

Wat is het belang van internationale handel bij stijging welvaart?

Kernwoorden:

- convergentie

- divergentie

- vrijhandel

- protectie

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Divergentie
Er is niet alleen inkomensongelijkheid binnen landen, maar ook tussen landen. Het BBP is in de westerse landen vele malen hoger dan in bijvoorbeeld Afrika.  Als de voorsprong van de westerse landen op de rest van de wereld groter wordt, worden de inkomensverschillen nog groter. Dit noem je divergentie.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor veel ontwikkelingslanden is het moeilijk om uit de negatieve spiraal te komen.


Bijvoorbeeld: laag opgeleide

beroepsbevolking betekent

weinig inkomen.

Daarom moeten kinderen

vaak al op jonge leeftijd

helpen en kunnen niet naar

school. Zo blijft de beroepsbevolking laag opgeleid.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Convergentie

Sommige landen bleken wel in staat om de achterstand op de westerse landen in te lopen. Dan spreek je van convergentie.

Vooral de zogenaamde BRIC(S)-landen doen het goed.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Vrijhandel
Elk land verdient aan export. Daarom is het vooral voor armere landen gunstig als hun export kan stijgen. Als er sprake is van vrijhandel, wordt de export niet belemmert. Vrijhandel kan voor elk land de welvaart vergroten, want je kunt producten die het buitenland (relatief) goedkoper maakt importeren en zelf je afzetmarkt vergroten door te exporteren.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Protectie

Echter, er is nog van sprake van protectie, dat wil zeggen: het beschermen van de eigen economie tegen buitenlandse concurrentie.

Bij protectie speelt vaak het gevangenenprobleem. Als je het als enige (eenzijdig) doet, kun je voordeel behalen. Als echter iedereen het doet, zal de totale welvaart in de wereld dalen.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn verschillende vormen van protectie:

  • Invoerrechten. Er moet belasting betaald worden over alle ingevoerde goederen en diensten.
  • Invoerquotum of contingentering. De overheid stelt een maximum aan het aantal goederen dat mag roden ingevoerd.
  • Exportsubsidies. De overheid geeft de exporteur subsidies, zodat het product in het buitenland goedkoper kan worden aangeboden.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

infant industry argument
Protectie kan wenselijk zijn bij een beginnende industrie, om deze te beschermen tegen buitenlandse concurrentie. Op deze manier krijgt de jonge industrie kans om de hoge investeringen terug te verdienen die andere landen al gedaan hebben.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De belangrijkste organisatie die protectie probeert tegen te gaan, is de wereldhandels-organisatie (WTO).

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Van 2016 naar 2017 is het nationaal product
A
gedaald
B
gestegen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In 2018 was de werkloosheid
?
dan in 2017.
A
hoger
B
lager

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

We spreken van convergentie in de EU als...
A
de inkomensverschillen in de rijke lidstaten afnemen
B
de inkomensverschillen in de arme lidstaten toenemen
C
er sprake is van kleinere inkomensverschillen tussen de lidstaten
D
er sprake is van grotere inkomensverschillen tussen de lidstaten

Slide 21 - Quiz

met convergentie wordt bedoeld dat verschillende technologieën en marktpartijen naar elkaar toe groeien. 
Wat is geen protectiemaatregel?
A
invoerrechten
B
importquota
C
data analyse
D
invoerverbod

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Invoerrechten zijn
A
een belasting
B
een subsidie

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort bij vrijhandel?
A
Contingentering
B
Exportsubsidie
C
Importheffing
D
Geen belemmeringen

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de overheid extra geld geeft aan exporterende bedrijven, dan is er sprake van ...
A
invoerrechten
B
contingentering
C
exportsubsidie
D
invoerverbod

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als er een maximaal aantal producten mag worden ingevoerd, dan is er sprake van ...
A
invoerrechten
B
contingentering
C
exportsubsidie
D
invoerverbod

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Exportsubsidie beschermd de Nederlandse bedrijven door:
A
Nederlandse producten goedkoper te maken
B
buitenlandse producten duurder te maken
C
een beperkte hoeveelheid toe te laten
D
Nederlandse producten duurder te maken.

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je wat convergentie en divergentie inhouden en hoe deze ontstaat.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke mate is het lesdoel behaald?
A
20%
B
40%
C
60%
D
80%

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je nog vragen en/of onduidelijkheden?

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Digitaal maken vraag 14 t/m 24 hoofdstuk 3 module 7.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 32 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions