4. Kijken naar andere culturen

4. Kijken naar andere culturen
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Interationaal bewustzijn en diversiteitMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

4. Kijken naar andere culturen

Slide 1 - Diapositive

4. Kijken naar andere culturen
Wat weten jullie nog van de vorige les?
Hoe zijn de opdrachten gegaan?



Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
De student kan:
  • Benoemen wat vooroordelen en referentiekaders zijn.
  • De betekenis van interculturele sensitiviteit uitleggen en de kenmerken van de  zes fasen aan de hand van voorbeelden verbinden met de betekenis.
  • Kan uitleggen wat etnocentrisch en etnorelatief betekend in relatie tot de zes fasen van interculturele sensitiviteit

Slide 3 - Diapositive

Vooroordelen
D

Slide 4 - Diapositive

Referentiekader

Slide 5 - Diapositive

Hoe ontwikkel je je eigen referentiekader

D

Slide 6 - Diapositive

Interculturele sensitiviteit
D

Slide 7 - Diapositive

Fasen Interculturele sensitiviteit
6 Fasen:
  1. Ontkenning
  2. Weerstand
  3. Minimaliseren
  4. Aanvaarding
  5. Aanpassing
  6. Wederzijdse integratie

Slide 8 - Diapositive

Etnocentrisch
De eerste 3 fasen vallen zijn etnocentrisch. 

Dat betekend dat je jouw eigen cultuur als het middelpunt van de werkelijkheid ziet. D.w.z.
Je eigen cultuur vormt de norm en je beoordeelt andere culturen op basis van normen en waarden van je eigen cultuur.

Slide 9 - Diapositive

Etnorelatief
De laatste 3 fasen zijn etnorelatief.

Dat betekend dat je jouw cultuur kunt plaatsen in de context van andere culturen. D.w.z.
Je bent je bewust van cultuurverschillen zonder bepaalde culturen goed of slecht te vinden

Slide 10 - Diapositive

1. Ontkenning


D
Etnocentrisch
De eerste 3 fasen vallen zijn etnocentrisch.
Dat betekend dat je jouw eigen cultuur als het middelpunt van de werkelijkheid ziet. D.w.z.
Je eigen cultuur vormt de norm en je beoordeelt andere culturen op basis van normen en waarden van je eigen cultuur.

Slide 11 - Diapositive

2. Weerstand


D
Etnocentrisch
De eerste 3 fasen vallen zijn etnocentrisch.
Dat betekend dat je jouw eigen cultuur als het middelpunt van de werkelijkheid ziet. D.w.z.
Je eigen cultuur vormt de norm en je beoordeelt andere culturen op basis van normen en waarden van je eigen cultuur.

Slide 12 - Diapositive

3. Minimaliseren


D
Etnocentrisch
De eerste 3 fasen vallen zijn etnocentrisch.
Dat betekend dat je jouw eigen cultuur als het middelpunt van de werkelijkheid ziet. D.w.z.
Je eigen cultuur vormt de norm en je beoordeelt andere culturen op basis van normen en waarden van je eigen cultuur.

Slide 13 - Diapositive

Aanvaarding


D
Etnorelatief
De laatste 3 fasen zijn etnorelatief.
Dat betekend dat je jouw cultuur kunt plaatsen in de context van andere culturen. D.w.z.
Je bent je bewust van cultuurverschillen zonder bepaalde culturen goed of slecht te vinden

Slide 14 - Diapositive

Aanpassing


D
Etnorelatief
De laatste 3 fasen zijn etnorelatief.
Dat betekend dat je jouw cultuur kunt plaatsen in de context van andere culturen. D.w.z.
Je bent je bewust van cultuurverschillen zonder bepaalde culturen goed of slecht te vinden

Slide 15 - Diapositive

Wederzijdse integratie


D
Etnorelatief
De laatste 3 fasen zijn etnorelatief.
Dat betekend dat je jouw cultuur kunt plaatsen in de context van andere culturen. D.w.z.
Je bent je bewust van cultuurverschillen zonder bepaalde culturen goed of slecht te vinden

Slide 16 - Diapositive

Hoe word je cultureel sensitief?
Het is een groeiproces dat je stimuleert door:
  1. Interesse tonen in de cultuur en de drijfveren van anderen.
    Ga in gesprek en stel vragen.
  2. Houd rekening met cultuurverschillen.
    Leef je in in andere culturen, ben niet te direct.
  3. Let op welke invloed jouw gedrag op de ander heeft.
    Houd rekening met jouw eigen gedrag en pas het aan.

Slide 17 - Diapositive

Oefenvragen H4 en praktijkopdracht 5

Maak de oefenvragen en praktijkopdracht en lever ze in op It's Learning bij Diversiteit opdrachten H4

Lees voor volgende week H5

Slide 18 - Diapositive

Lesdoelen
De student kan:
  • Benoemen wat vooroordelen en referentiekaders zijn.
  • De betekenis van interculturele sensitiviteit uitleggen en de kenmerken van de zes fasen aan de hand van voorbeelden verbinden met de betekenis.
  • Kan uitleggen wat etnocentrisch en etnorelatief betekend in relatie tot de zes fasen van interculturele sensitiviteit

Slide 19 - Diapositive

Einde H4

Slide 20 - Diapositive