6.4 Natuurbeheer

Vandaag
Programma:
  1. Terugblik BS 6.3
  2. Uitleg bs 6.4 Biodiversiteit en natuurbeheer
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vandaag
Programma:
  1. Terugblik BS 6.3
  2. Uitleg bs 6.4 Biodiversiteit en natuurbeheer

Slide 1 - Diapositive

Relaties tussen soorten
Symbiose:  samenlevingsvorm tussen soorten 
Hier zijn drie verschillende vormen van.

Voorbeeld:
Stel ik heb autovervoer nodig en ik heb geen auto. Welke opties heb ik?


Slide 2 - Diapositive

Ik kan een taxi nemen
Mutualisme (beide voordeel)
ik: 



taxichauffeur:

Slide 3 - Diapositive

Commensalisme 
Ik kan liften
gast voordeel, gastheer geen voor- of nadeel)
ik: 



chauffeur:

Slide 4 - Diapositive

Ik kan een auto stelen
Parasitisme (gast voordeel, gastheer nadeel)
ik: parasiet



eigenaar: gastheer

Slide 5 - Diapositive

Wat is een biologisch evenwicht?
A
De populatiegrootte schommelt om een evenwichtswaarde heen.
B
Geboorte, sterfte en migratie zorgen voor een biologisch evenwicht.
C
antwoord A en B zijn goed
D
Antwoord A en B zijn beiden fout.

Slide 6 - Quiz

Wat is geen vorm van symbiose?
A
Parasitisme
B
Commensalisme
C
Predator-prooi relatie
D
Mutualisme

Slide 7 - Quiz

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
D
Predatie

Slide 8 - Quiz

BS 6.4 Natuurbeheer

Slide 9 - Diapositive

BS 4 Natuurbeheer
Leerdoel:
Je kunt verklaren dat veel natuur in Nederlands is ontstaan door ingrijpen van de mens
Je kunt manieren noemen waarop mensen in Nederland de natuur behouden, beschermen en herstellen.

Slide 10 - Diapositive

Begrippen
cultuurlandschap
landbouw
bosbouw
biodiversiteit
bedreigde soorten
herintroductie
natuurbeheer


Slide 11 - Diapositive

Relaties met de omgeving

Slide 12 - Diapositive

Inrichting van onze omgeving
bijvoorbeeld: 
  • landbouw 
  • aangeplante bossen voor bosbouw en recreatie
  • energiewinning
  • waterbeheer zoals dijken en sloten

Wanneer het landschap helemaal is gevormd door de mens spreek je van een Cultuurlandschap

Slide 13 - Diapositive

Natuurbescherming
Behouden en/of ontwikkelen van natuur en biodiversiteit door:
  • vergroten natuurgebieden
  • natuurgebieden met elkaar verbinden
  • variatie in het landschap brengen


Slide 14 - Diapositive

Natuurbescherming
Natuurbehoud = maatregelen nemen om te voorkomen dat natuur verdwijnt of onder druk komt te staan. Bijv. hoe behouden we natuur terwijl steden groeien?
Natuurbeheer = menselijk ingrijpen ten behoeve van optimale leefomstandigheden voor planten en dieren. Bijv. grote grazers die grassen laag houden, zodat andere planten meer licht hebben.
Natuurontwikkeling = natuur beïnvloeden door eerst menselijk ingrepen te doen en daarna de natuur haar gang laten gaan. Bijv. de Marker wadden

Slide 15 - Diapositive

Landbouw:

akkerbouw
tuinbouw
veeteelt
Land gebruikt voor planten en dieren voor menselijk gebruik

Slide 16 - Diapositive

Biodiversiteit
  • De variatie aan planten en dieren.
  • In het regenwoud is de biodiversiteit groot
  • Bij een grote biodiversiteit is het ecosysteem stabiel

Slide 17 - Diapositive

Biodiversiteit
Verlies biodiversiteit 
-> ecosysteem aangetast

Slide 18 - Diapositive

Herintroductie
= terugbrengen van een  dier/ plantensoort in een land

maatregel om de bedreigde soorten weer in aantal te laten toenemen.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Opdracht (huiswerk)
Lezen en maken bs 6.4


Slide 21 - Diapositive

Een grasland met 75 verschillende soorten grassen en kruiden of een zee met 75 verschillende soorten vissen.
Welke heeft naar jouw mening een hogere biodiversiteit?
Een grasland met 75 verschillende soorten grassen en kruiden
Een zee met 75 verschillende soorten vissen
De biodiversiteit is gelijk

Slide 22 - Sondage

Een bos van 99 eikenbomen en 1 beukenboom of een bos met 50 eikenbomen en 50 beukenbomen.
Welke heeft naar jouw mening een hogere biodiversiteit?
Een bos van 99 eikenbomen en 1 beukenboom
Een bos met 50 eikenbomen en 50 beukenbomen
De biodiversiteit is gelijk

Slide 23 - Sondage

Een vijver met 6 verschillende vissoorten of een vijver met 4 verschillende vissoorten en 2 amfibiesoorten.
Welke heeft naar jouw mening een hogere biodiversiteit?
Een vijver met 6 verschillende vissoorten
Een vijver met 4 verschillende vissoorten en 2 amfibiesoorten
De biodiversiteit is gelijk

Slide 24 - Sondage

Een schip ligt al meer dan driehonderd jaar op de bodem voor de kust van Australië. Leg uit waarom dit schip voor een grotere biodiversiteit zorgt.

Slide 25 - Question ouverte