2.2 Kinderen

• Verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

2.2 - Kinderen

Communicatie

Elbrich Draaijer

2.2 - Kinderen

Vandaag in de les:

- Start

- Herhaling conflicthantering

- Omgaan met angst en reageren op emotie

- Vooruitblik

- Opdracht

Wat weet jij nog van jou allereerste bezoek bij de huisarts/ziekenhuis?

Eerdere lessen conflicthantering:

Een conflict is een verschil van mening waarbij twee of meerdere personen/partijen een doelstelling nastreven of een waarde aanhangen die onverenigbaar blijken te zijn en daardoor in botsing komen.

Soorten conflicten:

- Over de organisatie/instelling (bijv. bij procedures)

- Belangenconflicten (Verschillen tussen belangen)

- Relationele conflicten (Verkeerde verhouding)

Oorzaken:

Soorten oorzaken:

• psychische factoren --> emoties zoals angst!
• sociale factoren
• fysieke factoren
• culturele factoren

De emotie: angst.

- Een reactie op iets wat jou veiligheid bedreigd.

    - Veiligheid in de breedste zin van het woord.  

- Waarschuwend signaal

- Schade aanrichten

- Fysiek: trillen, buikpijn, zweten, pijn op de borst, benauwd. 

- Reacties: Bevriezen, vechten/vluchten of tend en befriend

Omgaan met emoties:

Emoties horen bij een gemoedstoestand:

- Blij, verdrietig, boos, verward en dus ook angstig.  

Het is een manier van reageren op bijvoorbeeld lichamelijk of psychisch lijden. 

Het uiten van een emotie kan op diverse manieren

Omgaan met emoties:

Hoe iemand zijn emotie uit, is afhankelijk van de persoon maar vaak ook van de culturele achtergrond. 

Manieren van uiten van patiënten zijn:

- Daadwerkelijk uiten (bijv huilen of boos worden)

- Onder controle houden van emotie. Gevolg:  mentale klachten

- Overdrijven van emotie om zo zeker te zijn van juiste dosis aandacht

- Ontkent/niet ervaren, gevolg: later lichamelijke klachten 

Omgaan met emoties:

Hoe te reageren? 

- Zo nodig, eerst laten uit huilen/razen/tieren 

- Richtinggevende vragen stellen: Wat doet dit met u? 

- Actief luisteren 

- Zowel verbaal als non-verbaal communiceren

Emotionele besmetting

Bij een interactie tussen twee mensen zal het gevoel van de persoon die dit het sterkst uitdrukt overgaan op de persoon die de emoties op dat moment minder sterk ervaart. 

Bijv: huilen bij een film of medelijden krijgen. 

Casus 1:

Benthe (5 jaar) is al enige tijd ziek. De huisarts wil graag een bloedonderzoek bij haar doen. Jij mag als doktersassistente een venapunctie afnemen bij haar. 

Benthe is ontzettend angstig. 

Speel de casus uit. Hoe zou jij communiceren met Benthe. 

Casus 2:

Je werkt op de kinderpoli. Mart (3 maanden) en zijn ouders hebben net te horen gekregen dat Mart een gaatje in zijn hart heeft. Als assistente ga je met de ouders een vervolg afspraak plannen. 

Op dit moment breekt de moeder van Mart in tranen uit. 

Speel de casus uit. Hoe reageer je op de moeder van Mart. 

Casus 3:

Fahir (4 jaar) komt met zijn vader naar de praktijk. Hij grijpt steeds naar zijn oren en klaagt over oorpijn. Bij binnenkomst in de praktijk schreeuwt Fahir moord en brand. Hij is bang voor de dokter.

Hoe reageer je op Fahir. Wat kun jij als doktersassistente doen? 

Speel de casus uit.