Regeling 5.6 t/m 8 hormoonstelsel, herhaling en oefentoets.

Waarom werkt een hormoon alleen op één orgaan terwijl het overal in het bloed is?
A
Alleen bepaalde organen zijn gevoelig voor het hormoon.
B
Omdat hormonen meestal niet ver van de hormoonklier werken.
C
Omdat hormonen niet bij alle organen kunnen komen.
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare school

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Waarom werkt een hormoon alleen op één orgaan terwijl het overal in het bloed is?
A
Alleen bepaalde organen zijn gevoelig voor het hormoon.
B
Omdat hormonen meestal niet ver van de hormoonklier werken.
C
Omdat hormonen niet bij alle organen kunnen komen.

Slide 1 - Quiz

Nr. 2 (bij de keel)
Hormoonklier

A
hypofyse
B
eierstok
C
bijnier
D
schildklier

Slide 2 - Quiz

Welke klier kan een hormoonklier zijn?
A
klier 1
B
klier 2
C
geen van beiden
D
allebei

Slide 3 - Quiz

Hormonen
  • Hypofyse
-> Kleine knop in je hersenen
-> Stuurt hele hormoonstelsel aan, 
daardoor gaan meerdere hormoonklieren 
hormonen maken

  • Schildklier
-> Ligt in je hals, op je strottenhoofd
-> Schildklierhormoon
-> Regelt stofwisseling (hoe snel verteer je je eten) en groei en ontwikkeling
Wat gebeurt er bij een schildklieraandoening?


Slide 4 - Diapositive

Schildklierhormoon zorgt voor de werking van je verteringsstelsel. Wat zou er kunnen gebeuren
wanneer je lichaam te veel
schildklierhormoon maakt?

Slide 5 - Question ouverte

  • Bijnieren
-> Produceren adrenaline
-> Vecht of vlucht hormoon
-> 'Superkrachten'

  • Eilandjes van Langerhans
-> Liggen op de alvleesklier
-> Produceren insuline en glucagon
-> Regelen gluosegehalte in het bloed

Slide 6 - Diapositive

Welke hormonen horen bij welke hormoon klier?
Groeihormoon
Schildklierhormoon
Adrenaline
Insuline
Glucagon
Testosteron
Oestrogeen

Slide 7 - Question de remorquage

Op de alvleesklier liggen hormoonklieren
-> Eilandjes van Langerhans
-> Deze produceren hormonen die je 
glucosegehalte regelen

Glucosegehalte = Bloedsuikerspiegel
-> Hoeveelheid suiker in je bloed 
-> Moet altijd in belans zijn!
-> Wordt geregeld door de hormonen 
insuline en glucagon

Dit proces herhaalt zich constant!

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Welke invloed heeft insuline op het glucosegehalte van het bloed?
A
door insuline daalt het glucosegehalte in het bloed
B
door insuline stijgt het glucosegehalte in het bloed

Slide 11 - Quiz

Welk hormoon veroorzaakt de verandering van glucosegehalte tussen t1 en t2?
A
Insuline
B
Glucagon
C
Glycogeen
D
Adrenaline

Slide 12 - Quiz

Wanneer je veel sport, vindt er veel verbranding plaats in je lichaam. Je glucosegehalte kan dan te laag worden. Wat produceren de Eilandjes van Langerhans op zo'n moment om het glucosegehalte weer op peil te krijgen?
A
Glucagon
B
Glycogeen
C
Insuline
D
Glucose

Slide 13 - Quiz

Bij mensen met suikerziekte maken de eilandjes van Langerhans ...... insuline
A
te veel
B
te weinig

Slide 14 - Quiz

Welk hormoon kan zijn werk niet goed doen bij iemand met suikerziekte?
A
glycogeen
B
insuline
C
glucagon
D
adrenaline

Slide 15 - Quiz

Insuline
Glucagon

Slide 16 - Question de remorquage