Grammatica: bijwoordelijke bepaling
1 / 13
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat is het onderwerp:
Tijdens het eten verbrandde Ingela haar tong aan het hete eten.
Tijdens het eten verbrandde Ingela haar tong aan het hete eten.
Slide 3 - Question ouverte
Wat is het werkwoordelijk gezegde (wg):
Tijdens het eten verbrandde Ingela haar tong aan het hete eten.
Tijdens het eten verbrandde Ingela haar tong aan het hete eten.
Slide 4 - Question ouverte
Wat is het onderwerp:
De brandweer heeft het verwoeste appartement geïnspecteerd.
De brandweer heeft het verwoeste appartement geïnspecteerd.
Slide 5 - Question ouverte
Wat is het lijdend voorwerp?
altijd
Het lijdend voorwerp
Waar
zet
jij
jouw racefiets
neer?
Slide 6 - Question de remorquage
Jorrit
wil
vanavond
een pizza
bestellen.
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
Slide 7 - Question de remorquage
Gisteren
heeft
de hond
een nieuwe mand
gekregen
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
Slide 8 - Question de remorquage
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Breid de zin uit met steeds een bijwoordelijke bepaling.
Deze deejay draait harde muziek.
Deze deejay draait harde muziek.
Slide 11 - Question ouverte
Breid de zin uit met steeds een bijwoordelijke bepaling.
Familie Kleyn heeft een tiny house gekocht.
Familie Kleyn heeft een tiny house gekocht.
