Wat is geschiedenis en wat heb je eraan

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Wat moet je kennen en kunnen?

Wat is geschiedenis? 

1.Je moet de definitie kennen van geschiedenis. blz 12.

 2.Je moet  het nut van  geschiedenis kennen.

3.Je moet feiten en meningen onderscheiden.(blz. 10,11,13) 

4. Je moet het begrip standplaatsgebondenheid kunnen beschrijven en toepassen ( blz 14 en 16) 

 5. Je moet geschreven en ongeschreven, primaire en secundaire bronnen kunnen benoemen en herkennen. ( blz. 10 en 11, 14)

Wat is geschiedenis?

Geschiedenis is een “reconstructie” van het verleden van de mens met behulp van bronnen. 

 Deze “reconstructie”is standplaatsgebonden.  

( boek: verhalen uit het verleden van de mens) 

Wat is standplaatsgebondenheid?

Standplaatsgebondenheid: Iedereen kijkt door eigen ogen naar het verleden ( heeft zijn eigen waarheid). Dit hangt af van o.a. : ras, geslacht, woonplaats, tijd waarin je leeft, maatschappelijke positie enz.  blz. 16.

Middeleeuws dineren

dineren in de huidige tijd.

zoek de verschillen.

soorten bronnen

Geschreven: 

Je haalt je informatie uit  tekst 

ALTIJD: historie/ geschiedenis

Ongeschreven: 

Je haalt je informatie uit 

voorwerpen, afdrukken of 

mondelinge overleveringen. 

Altijd bij Pre-historie door archeoloog.  Uit alle tijden mogelijk. 

 

primaire en secundaire bronnen

Primair 

 Ooggetuige 

 Uit de tijd zelf  

Secundair 

Via via 

 uit een andere tijd. 

geschiedenis wat is het best

1. zijn alle verhalen uit het verleden
2. is een reconstructie van het verleden van het leven op aarde.
3. Is een reconstructie van het verleden van de mens met behulp van bronnen
4. Zijn verhalen over belangrijke personen en gebeurtenissen

het nut van geschiedenis
wat klopt niet?

1. is om de wereld waarin je leeft te begrijpen
2. is om te leren van gebeurtenissen uit het verleden.
3. varieert van kennis, geld verdienen tot hobby.
4. Is onzin. Wat vroeger was is voorbij, dus niet belangrijk

feit en mening,
wat klopt?

1. een mening kun je niet bewijzen.
2. Bij een feit kan iedereen vaststellen dat het (altijd) klopt of iets echt gebeurd is.
3. Als iedereen dezelfde mening heeft is het een feit.
4. In de geschiedenis zijn geen feiten, omdat iedereen zijn eigen verhaal heeft.

standplaatsgebondenheid wordt het best verklaard door:

1. hangt af van de plaats waar je woont.
2. hangt af van de cultuur waarin je leeft.
3. hangt af van waar de geschiedenis/ gebeurtenis zich afspeelt
4. Alles wat de onderzoeker heeft gevormd en wat zijn mogelijkheden zijn.

primaire bronnen

1. zijn ongeschreven bronnen
2. bronnen die jij zelf gevonden hebt
3. uit de tijd zelf/ van de persoon zelf
4. door tussenpersonen bewerkt.

secundaire bronnen

1. zijn geschreven bronnen
2. bronnen die anderen gevonden hebben
3. uit de tijd zelf/ van de persoon zelf
4. uit andere tijden/door tussenpersonen bewerkt.

oefenen met bronnen

1. Wat voor soort bron?

2. Geschreven of ongeschreven?

3. primair of secundair?

4. stellen van onderzoeksvragen?

5. standplaatsgebondenheid.

blz. 10/11, 14, 16 In de les opdracht 7.

www.meneervanempel.nl