Lessenserie Gesprekken - les 2

• Nederlands
• MBO

Welkom

Ter verdieping:

Vragenlijst voor degenen die snel klaar zijn met lezen.

- Zijn er vragen in het interview? 

- Welke dan?

Vandaag 'Gesprekken voeren'

• Je weet wat er bedoeld wordt met ‘gesprekken voeren’.
• Je begrijpt het verschil tussen verschillende soorten vragen.
• Je herkent verschillende soorten vragen.
• je kan verschillende soorten vragen stellen.  

Wel of niet deze slide???

Expliciet lesdoelen benoemen bij deze doelgroep?

Een klant vertelt dat ze geen warm water heeft. Wat is de eerste vraag die je haar stelt?

Open vragen

Met een open vraag verwacht je meer informatie te krijgen. Ze zijn bedoeld om de ander te laten praten. 

Bijvoorbeeld: 'Hoe komt dat?', 'Wat gebeurde er?'

Gesloten vragen

Dit zijn vragen die je met 'ja' of 'nee' kunt beantwoorden. Ze zijn geschikt om de richting van een gesprek te bepalen. Bijvoorbeeld: 'Woon je nog steeds in Amsterdam?', 'Heb je een baantje?'

Open of gesloten?

Waar ben jij opgegroeid?

1. Open
2. Gesloten

Wat is er gebeurd?

1. open vraag
2. gesloten vraag

Heb je het naar je zin op je werk?

1. Dit is een gesloten vraag
2. Dit is een open vraag

Kun je vertellen wat er leuk is aan jouw werk?

1. Dit is een gesloten vraag
2. Dit is een open vraag

SOORTEN VRAGEN

- open vragen 

- gesloten vragen 

- sturende vragen

- controle vragen 

- onbeleefde vragen

- doorvraagvragen

- keuzevragen

Sturende vraag

Dit zijn vragen waar (een deel van) het antwoord al in zit. Met deze vragen probeer je je gesprekspartner te beïnvloeden. 

Bijvoorbeeld: 'Zou je niet kiezen voor deze ketel?

Controlevragen

Een controlevraag is bedoeld om
erachter te komen of je elkaar goed begrepen hebt. 

Bijvoorbeeld: 'Klopt dat?' of 'Bedoel je nu die of die andere ketel?'

Onbeleefde vraag

Dit zijn onbeschofte vragen. Deze vragen gebruik je bij voorkeur niet. Het wordt een onaangenaam gesprek. 

Bijvoorbeeld: 'Had je deze ketel niet eerder kunnen laten controleren?'

Doorvraag-vragen

Je wilt meer informatie krijgen van je gesprekspartner.

Bijvoorbeeld: 'Wanneer is het probleem precies begonnen?"

'Hoe bedoelt u dat precies?'

Keuzevragen

Je kunt kiezen uit een aantal opties. 

Bijvoorbeeld: 'Wil je koffie of thee?'

 

Oefening

Kaarten - groepen van ± vier  

(nummer 1 t/m 4)

'Wat voor een vraag of gesprek is dit?'

Als je klaar bent, verzin je samen met je groepje voor 

iedere categorie een vraag.

Terugblik + evaluatie 

Opdrachtenblad invullen

(in werkmap)

+

Reflectie schrijven = inleveropdracht portfolio

Reflectie

• Hoe vond je de les?
• Wat heb je geleerd? 
• Weet jij hoe jij vragen stelt?

Portfolio

Zie werkmap voor uitleg wat er in je portfolio moet en wanneer je alles moet inleveren.

Huiswerk

Gesprek observeren in de praktijk

(zie werkmap voor invulformulier 'gesprek observeren')