H1.2 Hoe wordt jij beinvloed?

Klas 3

Hoofdstuk 1 Hoe groot is jouw welvaart?

1.2 Hoe wordt jij beïnvloed?

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Klas 3

Hoofdstuk 1 Hoe groot is jouw welvaart?

1.2 Hoe wordt jij beïnvloed?

Slide 1 - Diapositive

Terugblik Lesdoelen 1.1
  • Welke behoeften heb je?
  • Wat betekent 'schaarste' bij economie?
  • Wat bepaalt hoe groot jouw welvaart is?
  • Waarom moet je keuzes maken als je een hogere welvaart wilt?

Slide 2 - Diapositive

E-commerce

Slide 3 - Diapositive

Middelen die nodig zijn om behoeften te vervullen:
  • Tijd
  • Geld
  • Bezittingen

Deze middelen zijn beperkt, dat noem je schaarste. Je moet als consument keuzes maken. Je moet prioriteiten stellen (bepalen wat je belangrijk vindt).

Slide 4 - Diapositive

0

Slide 5 - Vidéo

Welvaart
Welvaart betekent: in hoeverre je met je middelen (tijd en geld) in je behoeften kunt voorzien.

Iemand die erg rijk is heeft een hoge welvaart. Hij kan veel meer in zijn behoeften voorzien dan iemand die arm is.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Leerdoelen
1. Door wie wordt jij beinvloed?
2. Wat marketing is en waaruit de marketingmix bestaat
3. Wat voor soorten reclame zijn er?

Slide 8 - Diapositive

Een consument is?

Slide 9 - Carte mentale

Leg het verschil uit tussen:
Consumeren en een consument

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Vidéo

Beinvloedt dit jou??
We bespreken dit klassikaal

Slide 12 - Diapositive

Sociale- en commerciële beinvloeding
* sociale beinvloeding: invloed door familie en vrienden op wat je koopt
* commerciele beinvloeding: winkels/bedrijven beinvloeden je door reclame te maken of artikelen aan te prijzen, zodat ze het product aan je kunnen verkopen

Slide 13 - Diapositive

Marketing
Elke winkelier en fabrikant probeert aan de klanten zijn
producten te verkopen.
Anders verdienen ze niets en gaat het niet goed met de zaak

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Hoe word jij beinvloed?


Bedrijven doen veel om hun producten te verkopen.

Dit noemen we marketing.

Bedrijven gebruiken de zes P's. Dit zijn de zes marketinginstrumenten die ervoor zorgen dat je zoveel mogelijk verkoopt. 

De zes P's noemen we de marketingmix.

Slide 16 - Diapositive

Hoe word jij beinvloed?


De marketingmix bestaat uit de volgende zes P's:

  • Product
  • Plaats
  • Prijs
  • Promotie
  • Personeel
  • Presentatie

Slide 17 - Diapositive

De losse P's worden:
Marketinginstrumenten genoemd.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

reclame is??

Slide 20 - Carte mentale

Slide 21 - Diapositive

Dit is een voorbeeld van:
Commerciele reclame.
Het doel hiervan is dat wij naar de winkel komen
en deze artikelen kopen.
Commercieel betekend zoiets als winst maken

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Ideele reclame: 
dit is om de houding van mensen te beinvloeden.
De gevaren van vuurwerk worden getoond.
We praten nog niets eens over de kosten en de milieuvervuiling

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Voorbeeld:
Albert Heijn verkoopt A merken
Lidl verkoopt B merken

Slide 27 - Diapositive

Doelgroep?

Slide 28 - Diapositive

Welke reclame zou deze doelgroep
willen?
En hoe bereik jij ze?

Slide 29 - Question ouverte

Welke P van de marketingmix hoort bij reclame
A
personeel
B
plaats
C
product
D
promotie

Slide 30 - Quiz

Welke P heeft niets te maken met de marketingmix?
A
Plaats
B
Product
C
Personeel
D
Professioneel

Slide 31 - Quiz

Met welk instrument van de marketingmix
bepaal je jouw reclame strategie?
A
Productbeleid
B
Plaatsbeleid
C
Promotiebeleid
D
Prijsbeleid

Slide 32 - Quiz

De 6P's worden ook wel ... genoemd.
A
Marketing hulpmiddelen
B
Marketing instrumenten
C
Marketing groepering
D
Marketing gereedschap

Slide 33 - Quiz

Wat is MARKETING?
A
Alles wat een bedrijf onderneemt om (meer) te verkopen.
B
Instrumenten die je gebruikt op de verkoopmarkt.
C
Een methode om de winst te vergroten.
D
Een engels woord voor winkel.

Slide 34 - Quiz

Vroeger was er een reclame met de tekst:
Je bent een rund als je met vuurwerk stunt.
Dit is een voorbeeld van:
A
Merkreclame
B
Ideële reclame
C
Commerciële reclame
D
Informatieve reclame

Slide 35 - Quiz

Een doelgroep is:
A
alle keepers bij balsporten
B
Een groep mensen die hetzelfde doel hebben
C
Een groep mensen die dezelfde kenmerken hebben
D
Alle mensen die zorgen voor een goed doel

Slide 36 - Quiz

Veel bedrijven hebben een speciale belangstelling voor jonge consumenten.
Welke uitspraak is juist?
A
Jongeren kopen meer dan volwassen consumenten
B
Jongeren zijn de volwassen consumenten van de toekomst
C
Jongeren hebben geen invloed op de aankopen van hun ouders

Slide 37 - Quiz

Wat is een voorbeeld van commerciële beïnvloeding?
A
een klasgenoot vindt dat je een bepaald product beter niet kunt kopen
B
je koopt altijd hetzelfde merk frisdrank
C
in de winkel kies je altijd voor het goedkoopste brood
D
je wilt net zo "cool" zijn als die jongeren in de reclame die op straat dansen

Slide 38 - Quiz

Alle kleren hangen bij H&M hangen als soort bij elkaar.
Over welke P gaat het hier?
A
product
B
presentatie
C
promotie
D
plaats

Slide 39 - Quiz

H&M open een nieuwe vestiging. Over welk marketinginstrument gaat het hier?
A
product
B
personeel
C
promotie
D
plaats

Slide 40 - Quiz

https://answergarden.ch/885949
Ga naar deze site en beantwoord de vraag

Slide 41 - Diapositive