4H CITO reading lesson 2

Leesvaardigheidstraining les 2
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Leesvaardigheidstraining les 2

Slide 1 - Diapositive

What are 'peanut butter answers'?

Slide 2 - Question ouverte

Na deze les
  • snap je het belang van linking words
  • weet je hoe je de Rode Lijn kunt spotten
  • weet je hoe je de Rode Lijn kunt volgen 
  • weet je hoe je met een expertvraag omgaat, waarin iemand iets over het onderwerp zegt
  • heb je dit soort vragen geoefend 

Slide 3 - Diapositive

Linking words 
Linking words are very important in reading tests! 
Study the words and their functions (ELO)! 

For example
However, whereas, but, nevertheless > tegenstelling
As a result, so, to sum up > concluderen
Etc.


Slide 4 - Diapositive

Argumenten herkennen
Er zijn in de tekst:
1. Een rode lijn
2. Argumenten vóór en tegen

Het is belangrijk dat je beiden uit de tekst kunt halen, zodat je de Rode Lijn niet alleen víndt, maar ook kunt volgen.
Deze vaardigheid leidt je vaak naar het juiste antwoord.

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeld: de Rode Lijn vinden 
(onderwerp + idee over dit onderwerp)
Titel, plaatje en introductie (par. 1)

The raw and the clicked
1 THERE is "a huge difference between being late and being too late," said
Dalton Philips, the boss of Morrisons, on November 21st, as he
announced the launch of the British grocer's online-shopping service.
Morrisons' competitors have been selling broccoli and baby food via the
internet for more than a decade. Britain's fourth-largest grocery chain had
shunned e-commerce as a profit-sapping distraction. It paid with falling
market share and the defection of some of its best customers to Tesco,
the country's biggest grocer, and Ocado, an online-only supermarket. 
 

Slide 6 - Diapositive

De Rode Lijn volgen 
(vóór- en tegenargumenten)
Nadat je de Rode Lijn hebt gevonden, wil je 'm graag vasthouden naarmate de tekst verder gaat.
Linking words zijn essentieel om te begrijpen zodat je switches van vóór naar tegen, van positief naar negatief, etc. herkent. 

grote lijn ------------------------ maar , (tegenargument) ------------------------------> toch ------------------>


Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld: de Rode Lijn volgen
Levensmiddelen grootste categorie MAAR ---> meeste weerstand tegen online. Zelfs in UK weinig. TOCH ---> groeit het overal snel.   

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld 2: de Rode Lijn volgen
Deze tekst gaat over het krimpen van de aantallen grijze eekhoorns in Engeland.

Waar zijn hier bochten in de Rode Lijn?

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld 2: de Rode Lijn volgen
The Guardian zegt eekhoorns zijn the ultimate ethical meal (+positief) ----> BUT is het wel gezonder dan bv. konijn? (-twijfel) ----> eekhoorn heeft méér proteïne (+positief) en minder vet (+óók positief) -----> HOWEVER, dat brengt problemen mee (-negatief) -- "rabbit starvation" + "insufficient fat" (te weinig X) dus "simply too Y"

Slide 10 - Diapositive

Linking words question
timer
2:00
Meer afgestudeerden(+) JUST AS er meer economische macht (+) naar het Oosten gaat. ----???---> het Westen lijdt aan (suffers from -) tekorten (shortages -). + voorbeeld (shortfall - in Germany) en voorbeeld 2 (will be needed -).

A) ten gevolge hiervan, B) ook/hetzelfde
C) tegelijkertijd D) toch

Slide 11 - Diapositive

Onto the next topic

Slide 12 - Diapositive

Expert Questions

  • Expert questions: what does E. Xpert say about X?
  • An expert says something about the topic of the text 
  • This can be a police officer, a mayor, a scientist, a politician, a journalist, etc. 
  • Generally, names of companies or organisations the expert is involved with are mentioned by name too

Slide 13 - Diapositive

How to spot Expert Questions
1. Look for names and professions (look for capitals!)
2. Look for what they said between quotation marks " ". 
Between these marks, the answer is generally found. 

Slide 14 - Diapositive

Example
Why is this an 'expert' question? How do you see that? 

Slide 15 - Diapositive

Example

Slide 16 - Diapositive

In short, ..
  • leer de linking words, hun betekenis en hun functie
  • let op positieve en negatieve woorden
  • bekijk goed welke informatie wordt verbonden door het linking words
  • bij expertvragen: kijk tussen de aanhalingstekens!

Slide 17 - Diapositive