mens en maatschappijVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2
Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
H1 Lage landen aan de zee
Les 1.2 Landschappen in Nederland
Boek blz. 13 - 17
Slide 1 - Diapositive
Huiswerk nakijken
Slide 2 - Diapositive
Doel van de les
Je leert over kenmerken
van verschillende landschappen
Slide 3 - Diapositive
Wat is Laag-Nederland en Hoog-Nederland?
Slide 4 - Question ouverte
Nederland heeft weinig strand.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Waar is een voordeel van duinen?
Slide 6 - Question ouverte
Duinlandschap
Slide 7 - Diapositive
Zeekleilandschap
Vruchtbare grond van zeeklei is geschikt voor landbouw.
Slide 8 - Diapositive
Zeekleilandschap
Slide 9 - Diapositive
Laagveenlandschap
Slide 10 - Diapositive
Laagveenlandschap
Laagveen bestaat uit afgestorven resten van moerasplanten en bomen. Dode planten en resten ervan die in het water vallen, zijn afgesloten van zuurstof en verteren niet.
Slide 11 - Diapositive
Landschappen Laag- Nederland
Duinlandschap: aan zee liggen strand en duinen van zand.
Zeekleilandschap: klei, goed voor landbouw.
Laagveenlandschap: veen, vaak nat en daarom vaak grasland.
Slide 12 - Diapositive
Wat moet je maken?
Blz. 13 - 14 opdracht 1 t/m 6
Slide 13 - Diapositive
H1 Lage landen aan de zee
Les 1.2 Landschappen in Nederland
Boek blz. 13 - 17
Slide 14 - Diapositive
Nakijken
Slide 15 - Diapositive
Doel van de les
Je leert over landschappen in Hoog-Nederland.
Slide 16 - Diapositive
Landschappen Laag- Nederland
Duinlandschap: aan zee liggen strand en duinen van zand.
Zeekleilandschap: klei, goed voor landbouw.
Laagveenlandschap: veen, vaak nat en daarom vaak grasland.
Slide 17 - Diapositive
Zandlandschap
Slide 18 - Diapositive
Rivierkleilandschap
Slide 19 - Diapositive
Hoogveenlandschap
Slide 20 - Diapositive
Lösslandschap
Slide 21 - Diapositive
Landschappen Hoog- Nederland
Zandlandschap: ondergrond zand, afwisselend grasland, akkerland en natuurgebied.
Rivierkleilandschap: langs de grote rivieren, grasland en fruitbomen. Rest van gebied beschermt door dijken.
(Hoog)veenlandschap: veen, vaak nat daarom veel grasland.
Lösslandschap: heuvels, groen
Slide 22 - Diapositive
Welk landschap hoort bij welke foto? Sleep het landschap naar de juiste foto.