Introductie 6.1 compleet

• Natuurkunde
• Voortgezet speciaal onderwijs

Hoofdstuk 6

Wat gaan we dit hoofdstuk allemaal leren?

• Welke eigenschappen hebben stoffen en hoe kun je ze daaraan herkennen?
• Hoe veranderen stoffen van vorm en kun je dat begrijpen uit de bouw van stoffen?

Wat gaan we vandaag leren?

• Je kunt verschillende soorten stofeigenschappen opnoemen.
• Je kunt bepaalde stofeigenschappen koppelen aan dagelijkse stoffen.
• Je kunt stoffen die je kent sorteren in de 3 fase groepen. 
• Je kunt de gevarensymbolen herkennen en opnoemen van paragraaf 6.1

Stofeigenschappen 

Water of Alcohol?

Practicum stofeigenschappen

• 14 reageerbuizen per tweetal
• Raad welke stof in elk reageerbuisje zit
• Schrijf de antwoorden in je schrift
  
• Als je klaar bent maak je een foto van je antwoorden.

Stuur je foto op van je antwoorden.

Welke stofeigenschappen bestaan er allemaal?

Telefoon 

      Hier gebruiken we water als 

1) Geur

2) Kleur

3) Smaak

4) Fase op kamertemperatuur

5) Smeltpunt

6) Kookpunt

7) Oplosbaarheid

8) Dichtheid

9) Geleidbaar

voorbeeld:

1) Geurloos

2) Kleurloos

3) Smaakloos)

4) Vloeibaar

5) Smelt op 0 graden Celsius

6) Kookt op 100 graden Celsius

7) Water is oplosbaar 

8) Dichtheid water is 1,0 g/cm3

9) Geleidt stroom en warmte

Water

Cola

Koolstofdioxide

Stikstof

IJzer

Beton

Vaste stoffen

Gasvormige stoffen

Vloeibare stoffen

Vaste stoffen

Gasvormige stoffen

Vloeibare stoffen

Telefoon 

Giftig

licht ontvlambaar

Bijtend

Oxiderend

Explosief

Irritatie bij inademen

Telefoon 

Verzadigde oplossing

• De maximale hoeveelheid stof in een oplosmiddel.
• Door de temperatuur te verhogen kan je alsnog wat stof laten oplossen.
• Uiteindelijk los je het maximale mogelijke stof op. Dan noem je dit een verzadigde oplossing

Wat is geen stofeigenschap

1. Vorm
2. dichtheid
3. kookpunt
4. kleur

Hoe herken je goud?

1. smaak
2. vorm
3. kleur
4. dichtheid

Als iemand nu parfum spuit, ruik je het snel overal. Hoe komt dat?

1. Parfum is een sterk ruikende stof.
2. Parfum heeft een stofeigenschap die snel verspreid.
3. Parfum wordt gasvormig en verspreid snel.
4. Door lucht in het lokaal, kan parfum zich snel verspreiden.

1. Explosief en giftig
2. Bijtend en dode bomen
3. Handen wassen en giftig
4. Bijtend en milieu onvriendelijk

Je drinkt graag thee met suiker.
Wanneer is het handig om suiker toe te voegen?

1. Als de thee lauw is
2. Als de thee nog heet is.

Huiswerk

4, 5, 7, 8, 9, 10 en 11 op bladzijde 201