Hst. 2 Controlevragen BK
Les 1:
Welke waarde heeft de 6 in het getal:
3568,21
Welke waarde heeft de 6 in het getal:
3568,21
1 / 27
La durée de la leçon est: 1 minÉléments de cette leçon
Les 1:
Welke waarde heeft de 6 in het getal:
3568,21
Welke waarde heeft de 6 in het getal:
3568,21
Slide 1 - Question ouverte
Les 1:
Welke cijfer heeft de grootste waarde in het getal 2980,91?
Welke cijfer heeft de grootste waarde in het getal 2980,91?
Slide 2 - Question ouverte
Les 2:
Schrijf 14,4 miljoen in cijfers.
Gebruik ook puntjes. Bijvoorbeeld: 25.000.000
Schrijf 14,4 miljoen in cijfers.
Gebruik ook puntjes. Bijvoorbeeld: 25.000.000
Slide 3 - Question ouverte
Les 2
Schrijf 23.300.000.000 met woorden.
Schrijf 23.300.000.000 met woorden.
Slide 4 - Question ouverte
Les 3:
Wat zijn de eerste drie meervouden van 8?
Wat zijn de eerste drie meervouden van 8?
Slide 5 - Question ouverte
Les 3:
Is 8 een deler van 40?
Is 8 een deler van 40?
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quiz
Les 4:
Sleep de getallen naar het juiste vak.
Sleep de getallen naar het juiste vak.
Even
Oneven
231
76
5
5432
12
20
8073
Slide 7 - Question de remorquage
Les 5 (1/3)
Sleep de getallen naar het juiste vak.
Sleep de getallen naar het juiste vak.
Gehele getallen
Decimale getallen
24,2
87
5,90
829
90
24
43,21
Slide 8 - Question de remorquage
Les 5 (2/3)
Wat komt in het rode
vak?
Wat komt in het rode
vak?
Slide 9 - Question ouverte
Les 5 (3/3)
Wat komt in
het groene vak?
Wat komt in
het groene vak?
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Les 6
Rond 6,567 af op twee decimalen.
Rond 6,567 af op twee decimalen.
Slide 12 - Question ouverte
Les 6
Rond 89,8 af op een geheel getal.
Rond 89,8 af op een geheel getal.
Slide 13 - Question ouverte
Les 7
Rond 28.544 af op duizendtallen.
Gebruik punten in je antwoord. Bijvoorbeeld: 56.700
Rond 28.544 af op duizendtallen.
Gebruik punten in je antwoord. Bijvoorbeeld: 56.700
Slide 14 - Question ouverte
Les 7
Rond 28.544 af op tientallen.
Gebruik punten in je antwoord. Bijvoorbeeld: 56.700
Rond 28.544 af op tientallen.
Gebruik punten in je antwoord. Bijvoorbeeld: 56.700
Slide 15 - Question ouverte
Les 8
Eef koopt 4 kilo appels. De appels kosten 2,22 per kilo. Hoeveel moet ze betalen, als ze contant betaalt?
Eef koopt 4 kilo appels. De appels kosten 2,22 per kilo. Hoeveel moet ze betalen, als ze contant betaalt?
Slide 16 - Question ouverte
Les 8
In de lift passen 4 mensen. Er willen 22 mensen naar boven. Hoe vaak moet de lift op en neer?
In de lift passen 4 mensen. Er willen 22 mensen naar boven. Hoe vaak moet de lift op en neer?
Slide 17 - Question ouverte
Les 9
Wat hoort op de puntjes?
25 + 4 ... 29
Wat hoort op de puntjes?
25 + 4 ... 29
A
>
B
<
C
=
Slide 18 - Quiz
Les 9
Wat hoort op de puntjes?
45 - 9 ... 39
Wat hoort op de puntjes?
45 - 9 ... 39
A
>
B
<
C
=
Slide 19 - Quiz
Les 9
Hoe kun je berekenen of het een verhoudingstabel is?
Hoe kun je berekenen of het een verhoudingstabel is?
A
boven : onder
B
onder : boven
C
boven x onder
D
onder x boven
Slide 20 - Quiz
Les 10
Hoeveel appels zitten
er in 20 zakken?
Hoeveel appels zitten
er in 20 zakken?
Slide 21 - Question ouverte
Slide 22 - Question ouverte
Slide 23 - Question ouverte
Slide 24 - Question ouverte
Les 11
Hoeveel kost
3 kilo perziken?
Hoeveel kost
3 kilo perziken?
Slide 25 - Question ouverte
Les 11
Hoeveel kost 8 kilo
aardappelen?
Hoeveel kost 8 kilo
aardappelen?
