Thema 1: Test jezelf BVJ MAX

Wat is een organisme?
1 / 23
suivant
Slide 1: Question ouverte
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wat is een organisme?

Slide 1 - Question ouverte

Zie je hier
organismen?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quiz

Zet telkens het bijbehorende levenskenmerk bij de juiste afbeelding.
voeden
ademhalen
uitscheiden
voortplanten
waarnemen
bewegen

Slide 3 - Question de remorquage

Is een gebakken ei levend, dood of levenloos?
A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 4 - Quiz

Is een robot levend, dood of levenloos?
A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 5 - Quiz

Over enkele weken komt uit het struisvogelei een kuiken.
Is de struisvogel in het ei levend, dood of levenloos?
A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 6 - Quiz

Is de panda in de afbeelding levend, dood of levenloos?

A
levend
B
dood
C
levenloos

Slide 7 - Quiz

In de afbeelding is links een jonge uil weergegeven. Rechts zie je de uil een jaar later. Hoe kun je zien dat de uil is gegroeid?

Slide 8 - Question ouverte

In de afbeelding is links een jonge uil weergegeven. Rechts zie je de uil een jaar later. Hoe kun je zien dat de uil is ontwikkeld?

Slide 9 - Question ouverte

In de afbeelding is een bruine boon schematisch getekend.
Hoe heten de delen 4 en 5 samen?

Slide 10 - Question ouverte

Met welk nummer is de navel aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
7

Slide 11 - Quiz

Welk nummer geeft het deel aan dat het zaad beschermt?
A
3
B
4
C
6
D
7

Slide 12 - Quiz

Welk nummer geeft het deel aan waarmee het zaad heeft vastgezeten aan de moederplant?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Wat is de functie van deel 1?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is de functie van deel 6?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Vidéo

Als je tomaten wilt kweken, kun je het beste de zaden in een zaaibakje zaaien. Bij ongeveer 20 °C doen de zaden er ongeveer tien dagen over om te kiemen.
Welke verandering treedt bij de zaden op tijdens de eerste tien dagen na het zaaien?
A
De zaden worden kleinen doordat ze water verliezen.
B
De zaden worden kleiner omdat de zaadlobben verschrompelen.
C
De zaden worden groter omdat ze water opnemen.
D
De zaden worden groter omdat ze voedingsstoffen opnemen.

Slide 17 - Quiz

Een kiemplantje van een bruine boon heeft alle voedingsstoffen uit de zaadlobben gebruikt.
Wat gebeurt er met de zaadlobben?
A
De zaadlobben groeien uit tot bladeren.
B
De zaadlobben groeien uit tot nieuwe kiemplantjes.
C
De zaadlobben nemen water op en barsten open.
D
De zaadlobben verschrompelen en vallen af.

Slide 18 - Quiz

Hieronder staan drie gebeurtenissen bij het kiemen van een zaad.

Wat is de juiste volgorde van deze gebeurtenissen?
1
2
3
De zaadhuid scheurt open.
Het worteltje komt naar buiten.
De zaadlobben komen boven de grond.

Slide 19 - Question de remorquage

Kinderen op de basisschool leren lezen.
A
geestelijke ontwikkeling
B
motorische ontwikkeling
C
lichamelijke ontwikkeling

Slide 20 - Quiz

Noem twee levensfasen waarin een groeispurt plaatsvindt.
A
babytijd
B
puberteit
C
adolescent
D
peute

Slide 21 - Quiz

Schoolkinderen leren schrijven.

A
alleen motorische ontwikkeling
B
alleen lichamelijke ontwikkeling
C
alleen geestelijke ontwikkeling
D
zowel motorisch als geestelijke ontwikkeling

Slide 22 - Quiz

Noem twee levensfasen waarin een groeispurt plaatsvindt.

Slide 23 - Question ouverte